Erkenningsvoorwaarden voor een dienst voor thuisverpleging
Een erkende dienst voor thuisverpleging moet voldoen aan een door de Vlaamse Regering vastgelegde reeks erkenningsvoorwaarden. Deze voorwaarden gaan over de zorg en ondersteuning, de organisatie en de werking en de personeelsomkadering.
Alle voorwaarden zijn terug te vinden in het Woonzorgdecreet en het Besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers. Voor de diensten voor thuisverpleging is voor wat betreft de bijlagen, specifiek bijlage 4 bij dat besluit van toepassing.
Om erop toe te zien dat een erkende dienst voldoet aan de erkenningsvoorwaarden, kan er in de voorziening een inspectie uitgevoerd worden. Die inspecties worden uitgevoerd door de dienst Zorginspectie. De inspecties gebeuren niet met een vaste regelmaat, maar worden in principe altijd aangekondigd. Er kunnen echter ook onaangekondigde inspecties gebeuren, waarbij de inspecteurs een aantal specifieke erkenningsnormen bekijken.
Specifieke erkenningsvoorwaarden voor de diensten voor thuisverpleging
Op deze pagina vindt u een samenvatting van specifieke erkenningsvoorwaarden die enkel op de diensten van thuisverpleging van toepassing zijn. De laatste, volledige en enige juridisch correcte erkenningsvoorwaarden vindt u in bijlage 4.
Voorwaarden voor de zorg en ondersteuning
Diensten voor thuisverpleging moeten voor iedere patiënt een gebruikersdossier opstellen dat bewaard wordt door de verantwoordelijke verpleegkundige, of de dienst waar die verpleegkundige verbonden is. De informatie uit het dossier is uitwisselbaar tussen de verpleegkundigen van de dienst, als dat nodig is voor de goede werking en continuïteit van zorg.
Daarnaast moeten de behoeften van de patiënt door de verpleegkundige geïndiceerd worden en moeten de zorg en ondersteuning op die behoeften afgestemd zijn, echter wel binnen de wettelijke en maatschappelijke grenzen.
Een dienst voor thuisverpleging moet tevens rekening houden met de beschikbare mantelzorg van de patiënt, en deze indien nodig doorverwijzen naar een vereniging voor mantelzorgers en gebruikers voor ondersteuning. Daarbij moet de zorg en ondersteuning regelmatig, en afhankelijk van de duur en complexiteit, samen met de patiënt geëvalueerd en bijgestuurd worden.
Het tijdstip van de zorg wordt afgesproken tussen de dienst en de patiënt en de patiënt ontvangt steeds de voor hem relevante informatie tijdens het zorg- en ondersteuningsproces.
Voorwaarden voor de organisatie en de werking
Een dienst voor thuisverpleging moet optimaal bereikbaar zijn voor zijn patiënten en een werkregeling uitwerken waardoor continue zorgverlening verzekerd is.
Daarnaast moet de dienst minstens 1x/maand periodiek teamoverleg organiseren voor patiënten met complexe, intensieve of langdurige zorgbehoeften.
Diensten voor thuisverpleging moeten hun opdrachten en aanbod en de voorwaarden en mogelijkheden ervan bekend maken, en open staan voor informatieoverdracht naar andere hulpverleners. Ze zorgen daarbij dat activiteiten van informele en professionele hulpverleners op elkaar worden afgestemd, met betrokkenheid van de patiënt.
Voorwaarden voor de personeelsomkadering
Een dienst voor thuisverpleging moet over minstens 7 VTE verpleegkundig personeel beschikken, aangevuld met één coördinerend verpleegkundige. Deze coördinerend verpleegkundige is verantwoordelijk voor de organisatie en coördinatie van de dienst, alsook de continuïteit, kwaliteit en evaluatie van de zorg én is het aanspreekpunt voor het Departement Zorg.
Alle verpleegkundigen die verbonden zijn aan de dienst, volgen over een periode van twee kalenderjaren en per VTE, 40u nuttige bijscholing. Die bijscholing kan betrekking hebben op kwaliteitszorg, continuïteit van zorg en samenwerking met andere voorzieningen.