Beleidsrapport Zorginspectie wijst woonzorgcentra op verbetermogelijkheden in hun opnameovereenkomsten en interne afsprakennota’s

Hoewel alle geïnspecteerde woonzorgcentra dus over de nodige documenten beschikten, zijn er grote verschillen vastgesteld bij de implementatie van de verschillende erkenningsvoorwaarden. Dit geldt zowel voor de schriftelijke opnameovereenkomst als voor de interne afsprakennota. Zo stelde Zorginspectie vast dat de opname- en ontslagcriteria van woonzorgcentra bijvoorbeeld goed geïmplementeerd waren. Hetzelfde geldt voor de voorwaarde dat bewoners en familie of mantelzorgers de grootst mogelijke vrijheid genieten. Maar voor andere voorwaarden is ruimte voor verbetering. Voorbeelden hiervan zijn de termijn voor het betalen van de maandelijkse factuur, die minstens 30 dagen bedraagt en de verbintenis van de initiatiefnemer om bij ontslag omwille van storend gedrag of gezondheidstoestand, altijd het oordeel van het medisch team in te winnen.  

De uitwerking van een code goed bestuur werd nagegaan bij de geïnspecteerde niet publieke voorzieningen. 13% van hen kon geen code goed bestuur voorleggen. Ook hier is dus nog ruimte voor verbetering.   

De afdeling Woonzorg van het Departement Zorg volgt elk inspectieverslag individueel op. Elk woonzorgcentrum moet aantonen dat ze de nodige aanpassingen in hun documenten hebben doorgevoerd.

Zorginspectie formuleert in het rapport ook een aantal aanbevelingen voor de sector en de overheid. Zo kunnen duidelijke modeldocumenten bijvoorbeeld bijdragen aan uniforme en correcte afspraken. Het departement gaat in overleg met de sector om samen te bekijken hoe deze modeldocumenten ontwikkeld kunnen worden en ze de sector kunnen ondersteunen. 

Lees hier het volledige beleidsrapport.