STEC-besmettingen in verschillende woonzorgcentra in België: update

Overzicht van STEC-besmettingen in België, bevestigd en in onderzoek – stand van zaken op 1 september 2025

Stand van zaken in Vlaanderen:

intussen 8 woonzorgcentra met bevestigde besmettingen

In Vlaanderen kon labo-onderzoek eerder al bevestigen dat in 6 woonzorgcentra de besmettingen veroorzaakt werden door hetzelfde serotype van deze bacterie, het type “O157”.

Nog in 2 andere woonzorgcentra in Vlaanderen waren er meldingen van zieke bewoners met klachten die leken op een STEC-infectie. Afgelopen weekend bevestigde het labo-onderzoek dat ook in deze 2 woonzorgcentra veroorzaakt werden door het type O157. Het gaat om een woonzorgcentrum in Antwerpen en in Oost-Vlaanderen.

De eerste infecties in deze acht WZC startten op 17/8 en de piek van de infecties ligt tussen 20 en 22/8. Dit wijst erop dat deze bewoners door eenzelfde voedselbron besmet werden ergens in de week voor 18/08.

In sommige van deze WZC worden intussen ook een beperkt aantal bijkomende infecties gemeld rond 27/8. Die zijn mogelijk veroorzaakt door mens op mens besmettingen. Intussen werden 48 bewoners gemeld met klachten, sommige hebben milde klachten.

Joris Moonens, woordvoerder van Departement Zorg: “In Vlaanderen tellen we intussen dus 8 woonzorgcentra waar bewoners hoogstwaarschijnlijk door eenzelfde bron ziek zijn geworden. In het Antwerpse woonzorgcentrum waar we dit weekend bevestiging over kregen, zijn 18 bewoners rond 21 augustus ziek geworden. Daarvan zijn er helaas ook 3 overleden. Dat brengt het totale aantal overlijdens in Vlaanderen op 7. In het woonzorgcentrum in Oost-Vlaanderen zijn 2 bewoners ziek. Ik wil benadrukken dat we momenteel nog altijd geen indicaties hebben dat er nog nieuwe besmettingen opduiken door voedsel. Een aantal mogelijke besmettingen met recentere ziekteklachten lijken ons toe te schrijven aan besmettingen van mens op mens. Alles wijst er dus nog altijd op dat in al deze woonzorgcentra een aantal weken geleden een besmet voedingsproduct heeft gecirculeerd, maar dat er ondertussen geen gevaar meer is voor besmettingen via voeding. We blijven uiteraard heel waakzaam voor nieuwe meldingen.”

Stand van zaken in Wallonië: 

2 woonzorgcentra met STEC-besmettingen

In Wallonië zijn er op dit moment 2 woonzorgcentra getroffen door bewezen STEC-besmettingen, in de provincies Namen en Luxemburg. De analyses lopen nog om te bepalen of het om het serotype O157 gaat. In 1 woonzorgcentrum zijn er bewoners met ziekteklachten, maar is er nog geen bevestiging dat het hier om een STEC-besmetting gaat. 

Lara Kotlar, woordvoerder van het AVIQ:  «Onze teams van hygiëne-inspecteurs zijn langsgegaan in een woonzorgcentrum om te controleren of alle nodige maatregelen goed gevolgd werden. Het gaat dan om de regels rond hygiëne en isolatie, die correct toegepast waren. We hebben samen met Sciensano ook bij de bewoners nagevraagd wat ze gegeten hadden, om zo de bron van de besmetting te kunnen vinden. Onze inspecteur houdt bovendien contact met de labo’s, de woonzorgcentra en het FAVV, zodat alles wat nodig is meteen kan gebeuren. Uiteraard volgen de teams van het AVIQ deze situatie van heel dichtbij op, zoals ze dat ook doen bij andere ziektes die verplicht gemeld moeten worden.»

Stand van zaken in Brussel:

1 woonzorgcentrum met STEC-besmettingen

In het Brussels Gewest hebben laboratoriumanalyses bevestigd dat een bewoner van een woonzorgcentrum in Jette besmet is met STEC. De analyses lopen verder om te bepalen of het om de O157-stam gaat.

De persoon werd ziek rond 19 augustus, wat erop wijst dat hij of zij waarschijnlijk besmet is geraakt via dezelfde voedselbron als andere geïnfecteerde personen. De besmette persoon verkeert vandaag in goede gezondheid.

Laurent Hubin, woordvoerder van Vivalis: "In het Brussels Gewest gaat het momenteel om slechts één woonzorgcentrum met besmettingen. Er zijn op dit moment geen andere besmettingen vastgesteld. De bron van de besmetting is voedselgerelateerd en waarschijnlijk dezelfde als in Vlaanderen. Het risico op nieuwe besmettingen is nu beperkt, maar we blijven uiteraard waakzaam en volgen de situatie nauwlettend."

Brononderzoek gaat intensief voort

Het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) voert intussen een intensief onderzoek naar de bron van de besmettingen.  Het feit dat de besmettingen enkele weken geleden plaatsvonden, maakt het onderzoek complex. De inspecteurs gaan ter plaatse bij elk verdacht woonzorgcentrum om eventuele resten nog te kunnen meenemen voor analyse. Er werden al voedingsresten aangetroffen, maar niet van de gewenste periode. De resten zijn overgebracht naar het Nationaal Referentielaboratorium dat momenteel de analyses uitvoert. Daarnaast wordt ook de voedselketen in kaart gebracht en gekeken naar gemeenschappelijke leveranciers en levensmiddelen. Op dit moment is het nog te vroeg in het onderzoek om al concrete pistes aan te duiden. Het FAVV benadrukt het belang van een goede basis- en handhygiëne en vraagt op te letten met het voorschotelen van risicoproducten aan kwetsbare doelgroepen.

"Het FAVV is met man en macht aan het werk om de bron van de besmettingen te vinden, maar het is geen gemakkelijk onderzoek. Voor deze bacterie kunnen er tot wel 9 dagen zitten tussen de besmetting en het vertonen van symptomen, daarna volgt dan ook eerst het onderzoek van artsen die de diagnose moeten stellen. Pas wanneer voeding als mogelijke bron wordt geïdentificeerd, start het onderzoek van het FAVV. We moeten hier zéér nauwkeurig te werk gaan. De uitbraak van 2011 van de E. Coli bacterie in Europa heeft ons geleerd dat we niet te snel in één richting mogen kijken. Toen werden tomaten en komkommers geviseerd, terwijl maanden later bleek dat de kiemgroenten werkelijk aan de bron lagen van de besmettingen." Hélène Bonte, woordvoerster FAVV.