Meldingsplichtig

West-nilevirusinfectie

West-Nilevirusinfectie (of Westnijlkoorts) wordt veroorzaakt door het westnijlvirus. Dit virus komt voor bij vogels en wordt overgedragen naar de mens door muggen.

Vaccinatie
Geen vaccinatie beschikbaar
Basisvaccinatieschema
Geen onderdeel van het basisvaccinatieschema

Over West-nilevirus

Symptomen

Ongeveer 80% van de infecties bij de mens verloopt zonder klachten, 20% van de besmette personen krijgt griepachtige symptomen en minder dan 1% ontwikkelt ernstige neurologische problemen.

Verspreiding

Het Westnijlvirus wordt overgedragen door verschillende soorten muggen die voornamelijk voorkomen in Afrika, het Midden-Oosten, Azië en Noord-Amerika. Ze broeden in stilstaand water en zijn vooral actief tussen schemering en zonsopgang. Besmetting van de mug gebeurt  wanneer volwassen vrouwelijke muggen zich voeden met besmet bloed. Als een besmette mug vervolgens een mens of een ander dier prikt, kan ze het virus via haar speeksel doorgeven. Vele diersoorten waaronder vogels, zoogdieren en mensen kunnen geïnfecteerd worden met WNV

Behandeling

Er bestaat geen specifieke behandeling tegen de ziekte veroorzaakt door het Westnijlvirus.

Preventietips

Er is momenteel geen vaccin beschikbaar.

Preventie gaat vooral over het vermijden van muggenbeten vooral tijdens zonsopgang, zonsondergang en de vroege avond:

  • Draag huidbedekkende kleding.
  • Verblijf in een muggenvrije kamer of gebruik een muskietennet
  • Smeer onbedekte huid in met een muggenmiddel dat diethyltoluamide (DEET) bevat.

Informatie voor zorgprofessionals

Samenvatting

Verwekker:  westnijlvirus
Incubatieperiode: 2-14 dagen, meestal 2-6 dagen
Besmettingsweg: Vrijwel altijd door een beet van een volwassen vrouwelijke geïnfecteerde mug
Besmettelijke periode: De viremie bij mensen is laag en kort. De mens is een zogenaamde ‘dead end host’ en transmissie tussen mensen door muggen vindt niet plaats. Hoe lang het virus in het kader van bloedtransfusies van mens op mens overdraagbaar is, is onbekend
Symptomen: Asymptomatisch, soms griepachtig ziektebeeld en in 1% neurologische verschijnselen zoals (meningo-)encefalitis, meningitis of myelitis
Waarom melden: Detectie van introductie van vectoren op het Europees continent

Richtlijnen

Criteria

Klinische criteria

Patiënt met:

  • koorts


OF

  • ten minste één van volgende:

encefalitis


OF

meningitis
 

Criteria voor laboratoriumconfirmatie

Waarschijnlijk laboratoriumcriterium

  • WNV specifieke antistoffen in serum
    (laboratoriumresultaten moeten geïnterpreteerd worden volgens de flavivirus vaccinatiestatus)


Laboratoriumconfirmatie


Ten minste één van volgende:
•    isolatie van WNV uit bloed of cerebrospinaal vocht
•    detectie van WNV via PCR in bloed of cerebrospinaal vocht
•    WNV specifieke antistoffen (IgM) in cerebrospinaal vocht
•    hoge titer WNV IgM EN detectie van WNV IgG EN confirmatie door neutralisatie

Gevalsdefinitie

Waarschijnlijkpatiënt met klinische criteria EN waarschijnlijk laboratoriumcriterium na exclusie besmetting buiten Europa
Bevestigdpatiënt met klinische criteria