Jonge mantelzorgers - eenzaamheid
Jonge mantelzorgers voelen zich eenzamer in vergelijking met hun leeftijdsgenoten die geen jonge mantelzorger zijn
Jonge mantelzorgers die veel helpen thuis (minstens 4 uur per week), hebben een gemiddelde eenzaamheidsscore van 5,4 op een schaal van 0 tot 12. Jonge mantelzorgers die niet of weinig helpen (minder dan 4 uur per week) hebben een lagere score (4,5) en voelen zicht minder eenzaam. Hun leeftijdsgenoten die geen mantelzorger zijn, hebben met 3,6 de laagste score en voelen zich het minst eenzaam.
Van de jonge mantelzorgers die veel helpen thuis zegt bijna 30% dat ze wouden dat ze andere mensen hadden met wie ze hun gevoelens en bezorgdheden konden bespreken. Onder hun leeftijdsgenoten die geen jonge mantelzorger zijn, is dit aandeel de helft. Jonge mantelzorgers die weinig of niet helpen thuis hebben een tussenpositie met 22%. Zevenendertig procent van de jonge mantelzorgers die veel helpen zegt zich soms alleen te voelen en 33% is het eens met de stelling dat andere mensen hen en hun situatie niet begrijpen. Bij niet-jonge mantelzorgers is dat respectievelijk 20% en 19%. Jonge mantelzorgers die niet veel helpen thuis zitten daar telkens tussenin.
Bij jonge mantelzorgers die veel helpen thuis zijn het vooral de meisjes en de groep waarbij meerdere personen ziek zijn of een handicap hebben, die zich eenzamer voelen
Bij jonge mantelzorgers die veel helpen thuis, voelen meisjes zich eenzamer dan jongens. Er zijn ook verschillen naargelang welke persoon ziek of gehandicapt is. Voornamelijk als de vader of moeder, de broer of zus ziek of gehandicapt is, of als er meerdere personen thuis zijn die ziek of gehandicapt zijn, voelen jonge mantelzorgers die veel helpen thuis zich eenzamer. De verschillen naar leeftijd, herkomst, gezinstype, werk van de ouders en onderwijsvorm zijn niet significant.