Kan de bestemmingswijziging van een ééngezinswoning (naar een woning met kinderopvang) ook gevolgen hebben voor de toe te passen regelgeving brandveiligheid?

Voor initiatieven in de kinderopvang (groepsopvang, gezinsopvang of buitenschoolse opvang) die georganiseerd worden in een ééngezinswoning zijn specifieke Vlaamse bepalingen voor brandveiligheid van toepassing. (zie overzicht regelgeving brandveiligheid)

In bepaalde gevallen kan de bestemmingswijziging van de ééngezinswoning naar een woning met kinderopvang betekenen dat ook de bepalingen van het federale KB met de basisnormen voor brandpreventie, het Koninklijk Besluit van 7 juli 1994 "Basisnormen brandpreventie" van toepassing zijn.

Volgende 3 elementen spelen een rol:

  • de ouderdom van de woning
  • het aandeel van lokalen bestemd voor kinderopvang in het geheel van de woning
  • het aantal kinderen waarvoor opvang wordt voorzien
     

Indien de oorspronkelijke aanvraag voor bouwvergunning werd aangevraagd voor 1 januari 1998, dan wordt de ééngezinswoning beschouwd als een ‘bestaand’ gebouw. In dat geval zal de bestemmingswijziging geen impact hebben op de toe te passen regelgeving brandveiligheid. De woning valt dan altijd buiten het toepassingsgebied van het KB basisnormen.

Een ééngezinswoning waarvoor de aanvraag voor de bouwvergunning werd ingediend vanaf 1 januari 1998 wordt beschouwd een ‘nieuw’ gebouw. Een ééngezinswoning valt dan per definitie buiten het toepassingsgebied van het federale KB basisnormen. Dit verandert als in die woning  een combinatie ‘huisvesting-nevenfunctie’ wordt voorzien waarbij de oppervlakte bestemd voor de nevenfunctie groter is dan de oppervlakte voor huisvesting of wanneer het aantal kinderen waarvoor opvang wordt voorzien groter is dan 8 (groepsopvang). De woning wordt dan niet langer beschouwd als ééngezinswoning en de bepalingen van het KB basisnormen zijn dan wél van toepassing op de woning. Het voldoen aan de toepasselijke bepalingen van het KB basisnormen wordt dan ook een voorwaarde voor de attestering van de brandveiligheid. Om na te gaan of de woning inderdaad ook voldoet aan de bepalingen van het KB basisnormen kan een informatief advies aan de brandweer gevraagd worden.

(We veronderstellen hier dat de ééngezinswoningen vallen onder de definitie van de ‘ lage’ gebouwen. Dit betekent dat de vloer van de bovenste bouwlaag minder dan 10 meter boven het gelijkvloers (het evacuatieniveau) ligt.)

Meer info:

Interpretatienota ééngezinswoningen