Welke ontwerpstrategiën bieden het meeste garantie op een goed zomercomfort?

Een goed zomercomfort kan je bereiken door in te zetten op een aantal strategieën:

1. Hou de warmte buiten:

  • Beperking van beglaasde openingen op de meest bezonde gevels- het aandeel glas in een gevel is de grootste drijfveer in  de zongerelateerde koellast.
  • Zonwering – de zoninstraling op glas zoveel mogelijk buiten houden in de zomer (en in sommige gevallen al in het tussenseizoen), en dit tijdig doen, vooraleer het gebouw al opgewarmd is.
  • Isoleren – Een goed geïsoleerde bouwschil vermijdt hittedoorslag doorheen gevels en dak. Vooral lichte daken zijn hier gevoelig aan.

2. Beperk de interne warmtelasten

  • Slimme ruimteplanning - Vermijd zoveel mogelijk kleine ruimtes en ruimtes met hoge interne warmtelasten op de meest bezonde gevels. Deze zijn het meest gevoelig voor oververhitting.

3 - Evacueer de warmte op een slimme, energiezuinige manier

  • Intensieve (nacht)koeling - Voorzie de mogelijkheid tot ventilatieve (nacht)koeling, bij voorkeur op een natuurlijke manier, want dan kunnen er veel grotere luchtdebieten door het gebouw gestuurd worden. Het grootste deel van het koelseizoen zijn de nachttemperaturen voldoende laag om het gebouw voldoende af te koelen. Denk eraan om de openingen tijdig te sluiten als het buiten warmer wordt dan binnen.
  • Thermische massa - Combineer bovenstaande strategie met beschikbare thermische massa. Deze is meestal al aanwezig in de constructieve wanden en vloerplaten. Thermische massa vermindert schommelingen in de binnentemperatuur en werkt als een 'spons’ voor warmte. Zorg ervoor dat je deze constructieve elementen niet ‘'verstopt’ achter valse plafonds of voorzetwanden, want dan wordt hun positieve werking belemmerd.