Gezondheid en preventie

Humane biomonitoring

Humane biomonitoring betekent ‘meten in de mens’. In bloed-, urine, moedermelk- en haarstalen worden chemische stoffen gemeten om meer te weten over de blootstelling of over de gezondheidseffecten. Chemische stoffen kunnen via inname (van voeding of drinkwater), via inademing, via de huid of via hand-mondcontact van stofpartikels in het lichaam terecht komen.

MGZ_Humane biomonitoring

Wat is humane biomonitoring?

Humane biomonitoring (HBM) is steeds een onderzoek bij meerdere mensen in een bepaalde regio of in algemeen Vlaanderen. HBM meet vroegtijdige gezondheidssignalen, namelijk veranderingen in het lichaam nog voordat er sprake is van ziekte. Op basis van de groepsresultaten worden door het preventieve gezondheidsbeleid maatregelen voorgesteld om de blootstelling te verminderen. 

De deelnemers krijgen ook persoonlijk advies over de factoren die de gemeten waarden bepalen, zowel factoren uit de leefomgeving als persoonlijke leefgewoonten. 

Waar en wanneer vindt humane biomonitoring plaats?

In Vlaanderen voert het Steunpunt Omgeving en Gezondheid al sinds 2002 humane biomonitoring uit om de milieublootstelling te onderzoeken. 

In bepaalde aandachtsgebieden waar een verhoogd gezondheidsrisico door milieufactoren gekend is of vermoed wordt, volgt het Departement Zorg de milieugezondheidskundige impact op via humane biomonitoring. 

Wat is het standpunt van het Departement Zorg in het opzetten van humane biomonitoring?

Het Departement Zorg wil in Vlaanderen humane biomonitoring blijven organiseren om de evolutie van de waarden van milieufactoren in de mens te kennen en om gezondheidssignalen op te pikken. Het meten in Vlaanderen zorgt voor referentiewaarden, die gebruikt kunnen worden in aandachtsgebieden waar een verhoogd gezondheidsrisico door milieufactoren bestaat.