Laagfrequent geluid
Laagfrequent geluid met een frequentie < 125 Hz heeft een zeer lage toon. Het kan niet door iedereen waargenomen worden.
Hoe klinkt laagfrequent geluid?
Mensen omschrijven laagfrequent geluid vaak als een zwaar gebrom of gezoem zoals een zware vrachtwagenmotor of het gedreun van een draaiende wastrommel of generator. Het kan als geluid worden waargenomen, maar kan ook als een druk worden gevoeld op de oren, het hoofd, de keel of de borst. Soms wordt het beschreven als trillingen in het lichaam. Vaak lijkt het in het hoofd te zitten, en ontbreekt het ruimtelijk gevoel. Dit komt omdat het voor de mens niet mogelijk is om bij dergelijke lage frequenties te bepalen uit welke richting het geluid komt. Het niet kunnen lokaliseren van waar het geluid komt, draagt bij tot de onaangename gewaarwording.
Wat zijn de gezondheidseffecten van laagfrequent geluid?
Hinder door laagfrequent geluid leidt vaak tot stress, slaapproblemen en vermoeidheid.
Doordat laagfrequent geluid moeilijker went dan klassieke geluidsoverlast en vaak niet kan worden waargenomen door andere mensen in de omgeving, is de hinder ingrijpender. Zo wordt het probleem vaak als niet ernstig beoordeeld door de omgeving van de gehinderde en kan deze niet steunen op begrip.
De hinder wordt groter naarmate mensen zich er van bewust worden. Het probleem is vaak van lange duur en moeilijk op te lossen, wat het stressniveau niet ten goede komt. Soms beginnen mensen te twijfelen aan hun eigen waarnemingen.
Meestal wordt laagfrequent geluid als hinderlijk ervaren in een afgesloten ruimte, zoals binnenshuis en in auto’s. Vaak zijn de klachten ’s nachts erger, onder andere omdat maskerend achtergrondgeluid en afleidende prikkels ’s nachts ontbreken. Bovendien is de nood aan rust en stilte ’s nachts groter dan overdag.
Klachten van laagfrequent geluid treden vooral op bij mensen van middelbare leeftijd omdat het gehoor verandert met de jaren, en het treedt vaker op bij vrouwen dan bij mannen.
Wat ligt aan de oorsprong van laagfrequent geluid?
Grote bronnen zijn zwaar verkeer (treinen, vliegverkeer, wegverkeer van vrachtwagens), industrie, festivals, compressoren, luidsprekers en dergelijke maar ook kleinere bronnen in huis of op kantoor zoals ventilatiesystemen, airco, wasmachines en warmtepompen kunnen aan de oorsprong liggen van laagfrequent geluid. Het is vaak lastig om de bron van laagfrequent geluid te vinden. Laagfrequent geluid van grote bronnen valt vaak op grotere afstand meer op, waardoor de bron moeilijk te achterhalen is. Ook als het lijkt alsof het laagfrequent geluid van vlakbij komt, kan de bron op kilometers afstand gelegen zijn. Bovendien houden de muren van een huis laagfrequent geluid niet goed tegen, en zeker minder goed dan bij "gewoon" geluid. Fenomenen als interferentie en resonantie kunnen de oorzaak zijn van de versterking van laagfrequent geluid binnenin een woning. Hierdoor kan je het laagfrequent geluid soms in de ene kamer wel, en in een andere kamer niet waarnemen of zelfs verschillend van plaats tot plaats binnen één kamer.
Aanpak en normen
Het meten van laagfrequent geluid in of rond het huis blijkt zelden nuttig te zijn. Indien de gehinderde zelf een specifieke bron als oorzaak vermoedt, kan indien mogelijk, deze bron aan- en uitgezet worden om na te gaan of het inderdaad de oorzaak is van het probleem.
LFG-metingen zijn moeilijk en duur. Metingen moeten door een deskundige uitgevoerd én geïnterpreteerd worden. Ook de interpretatie van de meetresultaten is lastig: ook al wordt de meting correct uitgevoerd, toch kunnen de reëel bestaande geluiden niet altijd geregistreerd worden. Dan “bewijst” de meting niets. Zelfs wanneer er met metingen kan worden aangetoond dat het laagfrequent geluid aan de basis ligt van de klachten, en de bron wordt gevonden, kan een geïdentificeerde bron niet altijd aangepakt worden door het gebrek aan normen in Vlaanderen.
Vlaanderen heeft geen expliciete wetgeving die bepaalt hoeveel laagfrequent geluid er wordt toegestaan of niet. Bij metingen wordt er bijgevolg soms getoetst aan wetgeving uit andere landen die wel wetgeving hebben rond laagfrequent geluid. Deze kan sterk verschillen tussen landen. Dit heeft bovendien geen bindend karakter. Een ander gevolg van het gebrek aan expliciete wetgeving rond laagfrequent geluid in Vlaanderen is dat noch de gemeente, noch milieu-inspectie, noch het Departement Zorg wettelijk verplicht zijn om metingen van laagfrequent geluid te organiseren of te betalen.
Metingen van laagfrequent geluid worden slechts uitzonderlijk uitgevoerd, enkel wanneer veel buurtbewoners betrokken zijn (meerdere gezinnen) en de onrust in de buurt zeer groot is.
Hoe blootstelling aan laagfrequent geluid beperken?
Voor veel mensen die gehinderd worden door laagfrequent geluid is het belangrijk dat hun klacht erkend wordt en dat het niet afgedaan wordt als iets dat tussen de oren zit. U zal als gehinderde in veel gevallen met de hinder moeten leren leven. Dit is geen fijne, maar wel een eerlijke boodschap. Slechts zelden wordt de bron gevonden en aangepakt.
Echter, de houding van de gehinderde is doorslaggevend: probeer niet te fixeren op het laagfrequent geluid en probeer er minder negatief tegenover te staan. Dit is uiteraard gemakkelijker gezegd dan gedaan. De ervaring leert immers dat de meerderheid van de gehinderden het geluid op termijn niet meer als echt hinderlijk ervaart, zolang de aandacht er maar niet op gevestigd wordt.