Vaccinatie voor, tijdens en na de zwangerschap
Vaccineren voor de zwangerschap
Heb je een kinderwens? Je kijkt best vóór de zwangerschap al na of je alle basisvaccinaties gekregen hebt. Ben je nog niet of onvoldoende gevaccineerd met het mazelen-bof-rodehond (rubella) vaccin? Dan is het belangrijk dat dit nog vóór de zwangerschap wordt toegediend. Ook een vaccinatie tegen varicella (windpokken) is aanbevolen als je nog niet gevaccineerd werd en de ziekte nog niet doormaakte. Je kan je vaccinatiestatus raadplegen op www.mijngezondheid.be
Vaccineren tijdens de zwangerschap
Er zijn 4 ziektes waartegen je je kan laten vaccineren tijdens de zwangerschap:
In deze aflevering van Doorprikt vertelt gynaecologe Dr. Isabelle Dehaene alles over vaccineren tijdens de zwangerschap.
Vaccinatie na de zwangerschap
24- 32 weken: Kinkhoest
Kinkhoest is een besmettelijke aandoening van de luchtwegen die voor baby’s levensbedreigend kan zijn. De ziekte kan ademhalingsproblemen en ademhalingsstilstand veroorzaken bij baby’s. In zeldzame gevallen kan kinkhoest dodelijk zijn.
De beste bescherming: vaccinatie
Het DTP-vaccin beschermt jou en je baby tegen kinkhoest, maar ook tegen difterie en tetanus. Dit vaccin wordt het best toegediend tussen de 24e en 32e week van de zwangerschap. Zo geef je je baby via je navelstreng afweerstoffen die de ziekte tegengaan.
Het DTP-vaccin is gratis voor jou en je gezin. Ook als jullie het al eens gekregen hebben.
Kreeg je eerder al een kinkhoestvaccinatie? We raden je aan om je elke zwangerschap opnieuw te laten vaccineren, alleen zo geef je voldoende afweerstoffen door aan je baby.
Ben je de 32 weken al voorbij? Vaccinatie tegen kinkhoest is ook dan nog steeds aangeraden, zodat je baby dankzij het vaccin nog bescherming kan opbouwen.
Vaccinatie van het gezin
Heb je je tijdens je zwangerschap niet laten vaccineren of werd het vaccin minder dan 2 weken voor de bevalling toegediend? Dan is het aanbevolen om alle nauwe contacten binnen het gezin te vaccineren met een eenmalige herhalingsinenting indien de vaccinatie tegen kinkhoest langer dan 5 jaar geleden is. Die bescherming van de directe omgeving heet cocoonvaccinatie.
RSV
Het RSV-virus kan heel gevaarlijk zijn voor je baby. Het tast de neus, keel en luchtwegen aan. Je kind kan een piepende ademhaling krijgen en stoppen met eten en drinken. In dat geval riskeert het uit te drogen en is ziekenhuisopname nodig.
Je kan je baby op 2 manieren beschermen tegen ernstige RSV.
28-36 weken: Vaccinatie tijdens je zwangerschap
Beval je tijdens het RSV-seizoen? Dan kan je je baby tegen RSV beschermen door jezelf tussen week 28 en week 36 van je zwangerschap te laten vaccineren. Dankzij het vaccin maak je antistoffen aan die je via de moederkoek (placenta) doorgeeft. Zo bescherm je je baby 5 à 6 maanden na de geboorte tegen ernstige RSV-infecties die tot een opname in het ziekenhuis kunnen leiden.Het RSV-vaccin kost 185 euro en is op voorschrift verkrijgbaar, maar wordt niet terugbetaald.
Na de geboorte: Antilichamen laten geven aan je baby
Dit werkt niet met een vaccin maar met een middel van monoklonale antilichamen. Antilichamen zijn antistoffen die rechtstreeks aan je baby worden toegediend met een inspuiting. Je baby is meteen na de inspuiting beschermd voor 5 tot 6 maanden.Het ziekenfonds betaalt de inspuiting met antilichamen bijna volledig terug. Dan kost het de ouders nog 12 euro, of 8 euro bij een verhoogde tegemoetkoming.
Let op: de inspuiting met antilichamen wordt enkel terugbetaald als je aan volgende criteria voldoet:
- Het kind heeft een geldig Belgisch Rijksregisternummer.
- De moeder heeft geen RSV-vaccin ontvangen.
- Je beschikt over een geldig voorschrift.
Daarnaast moet je ook aan één van volgende criteria voldoen:
- Je baby is geboren tijdens het RSV-seizoen en je laat de antilichamen toedienen vlak na de geboorte. Bespreek dit met je arts.
- Je baby is geboren vanaf 1 april 2024 en je laat de antilichamen toedienen in oktober 2024, vlak voor de start van het RSV-seizoen. Dan heb je wel een voorschrift nodig van de huisarts of kinderarts.
Als je vragen hebt over de terugbetalingsvoorwaarden van de monoklonale antistoffen tegen RSV kan je de FOD volksgezondheid contacteren via het contactformulier.
Bespreek met je arts welke optie het beste is voor jouw situatie en of je een terugbetaling kan krijgen.