Financiële maatregelen tot versterking van de financiële weerbaarheid van woonzorgcentra
Op deze pagina vindt u meer informatie met betrekking tot een aantal financiële beheersmaatregelen die de Vlaamse regering heeft genomen om de financiële gezondheid van woonzorgcentra te beschermen. De maatregelen zijn in werking getreden op 21 april 2024.
De maatregelen hebben als doelstelling:
- Voorkomen dat de continuïteit van zorg voor bewoners in het gedrang komt door financieel wanbeheer.
- De weerbaarheid van woonzorgcentra versterken tegen financiële problemen.
- Toezien op een efficiënte, duurzame en effectieve inzet van overheidsmiddelen.
Overzicht van de maatregelen:
- Maatregel 1: Aanzuiveren negatief eigen vermogen
- Maatregel 2: Beperking van interest op leningen
- Maatregel 3: Beperking op risicodragende beleggingen
- Maatregel 4: Beperken van de mogelijkheid tot schenken van roerende of onroerende goederen
- Maatregel 5: Maatregelen voor vervreemden en huren van onroerende goederen
- Maatregel 6: Beperkingen op het verstrekken van waarborgen aan derden
Wie?
De maatregelen zijn van toepassing op alle erkende woonzorgcentra, eventueel met bijbehorend centrum voor kortverblijf of centrum voor dagverzorging. Er geldt daarop een uitzondering voor maatregel 1,3 en 6 die niet van toepassing zijn op de woonzorgcentra die worden uitgebaat door een OCMW of Welzijnsvereniging.
Maatregelen
Maatregel 1: Aanzuiveren negatief eigen vermogen
Een negatief eigen vermogen kan wijzen op een mogelijk slechte financiële situatie in een woonzorgcentrum. Omdat dit de zorgcontinuïteit kan bedreigen, moeten deze voorzieningen binnen de 3 maanden een remediëringsplan indienen bij het Departement Zorg. Dit plan moet ervoor zorgen dat het eigen vermogen terug positief wordt binnen de 3 of 7 jaar.
- Baat u een voorziening zich uit? En stelt u een negatief vermogen vast? Bezoek dan deze pagina voor meer gedetailleerde informatie over wat u moet doen.
Maatregel 2: Beperking van interest op leningen
Het gebeurt dat (gelieerde) ondernemingen of overheden leningen geven aan woonzorgcentra. Om te voorkomen dat er hoge interesten worden aangerekend ten laste van het woonzorgcentrum en dus de bewoner, zijn deze leningen onderworpen aan een gereglementeerde interestvoet. De gereglementeerde interestvoet is gelijk aan de interestvoet die toegekend wordt op een zogenaamde OLO met dezelfde looptijd, verhoogd met maximaal 1,5% (of 2,5% in geval van een achtergestelde lening). U kan de OLO’s raadplegen via Yield of Belgian loans on the secondary market (nbb.be).
- Baat u een voorziening zich uit? En wil u een lening aangaan bij een onderneming of overheid? Bezoek dan deze pagina voor meer gedetailleerde informatie over wat u moet doen.
Maatregel 3: Beperking op risicodragende beleggingen
Om te voorkomen dat erkende initiatiefnemers cashoverschotten beleggen in risicovolle, potentieel verlieslatende initiatieven, gelden de volgende voorwaarden:
- Beschikbare financiële middelen: De initiatiefnemer moet altijd voldoende direct beschikbare financiële middelen aanhouden, minimaal gelijk aan twee maanden loonkosten. Dit minimum moet continu beschikbaar blijven; enkel het overschot kan worden belegd.
- Beleggingsregels voor financiële reserves: De financiële reserves, na aftrek van de direct beschikbare middelen, mogen worden belegd volgens een bepaald risicoprofiel:
- Ten minste 80% van de overige beschikbare middelen moet worden belegd in euro-obligaties met op het moment van aankoop minimaal een "investment grade"-rating.
- Maximaal 20% van het overige bedrag kan vrij worden belegd, waarbij 75% daarvan in euro moet worden geïnvesteerd.
Begrippen:
- Loon: Dit omvat het totaal van de gemiddelde brutolonen inclusief sociale lasten.
- Financiële reserves: Dit is het totaal van financiële vaste activa, vermeerderd met geldbeleggingen, liquide middelen en middelen ter beschikking van derden, zoals leningen, aandelen, stortingen in rekening-courant, en andere vormen van ondersteuning. Bij de berekening worden kortlopende schulden afgetrokken, en participaties binnen de zorgsector met functionele meerwaarde voor de zorgvoorziening worden buiten beschouwing gelaten.
- Investment grade-rating: Dit is een kwaliteitsrating die aangeeft dat de uitgever van obligaties financieel gezond is, wat belangrijk is voor opname in portefeuilles van institutionele beleggers. Hiervoor moet de rating op het moment van aankoop beter zijn dan BB+ bij Fitch en Standard & Poor's of beter dan Ba1 bij Moody's.
Voorgaande beleggingsvoorwaarden zijn van toepassing op beleggingen die aangegaan worden vanaf 21 april 2024 (de datum van de inwerkingtreding van het besluit). Verder is enkel de rating op moment van de intekening (bij primaire uitgifte) of aankoop (op de beurs) van belang.
De voorziening houdt de noodzakelijke stukken die de investment grade verantwoorden ter beschikking tot en met het 10e jaar volgend op het jaar waarin de belegging wordt stopgezet. De voorziening legt de verantwoordingsstukken in kwestie op het eerste verzoek voor aan Zorginspectie of het Departement Zorg.
Voorbeelden
Voorbeeld 1: Een aanvrager belegt 90% van de beschikbare reserves in “investment grade” obligaties in EURO en voldoet daarmee aan de 80%-regel.
De 10% restant dient dan voor minimaal 7,5% van de beschikbare reserves in effecten in EURO te worden aangehouden (onder de vorm van liquiditeiten of belegd in effecten) en maximaal 2,5% in andere valuta.
Voorbeeld 2: Indien de aanvrager 80% in “investment grade” obligaties belegt, dient er nog minimaal 15% van de resterende beschikbare reserves in effecten in EURO te worden aangehouden (onder de vorm van liquiditeiten of belegd in effecten) en maximaal 5% in andere valuta.
Maatregel 4: Beperken van de mogelijkheid tot schenken van roerende of onroerende goederen
Een woonzorgcentrum kan enkel roerende en onroerende goederen schenken indien voldaan wordt aan volgende 4 voorwaarden:
- de gecumuleerde waarde van de geschonken goederen in het boekjaar is maximaal 10.000 euro;
- het voorbije boekjaar mag niet zijn afgesloten met verlies;
- het eigen vermogen moet positief zijn;
- de schenking moet in overeenstemming zijn met het maatschappelijk doel van de erkende initiatiefnemer.
Bent u een uitbater van een woonzorgcentrum en wil u hierop een uitzondering? Bezoek dan deze pagina voor meer gedetailleerde informatie over wat u moet doen.
Maatregel 5: Maatregelen voor vervreemden en huren van onroerende goederen
Het vervreemden, huren en verhuren van onroerende goederen is enkel toegelaten indien dit gebeurt tegen de werkelijke waarde. De initiatiefnemer moet dit kunnen aantonen met een schattingsverslag van een erkende meetkundig schatter van onroerende goederen. Indien een overeenkomst wordt gesloten waarbij de initiatiefnemer zelf kan genieten van een lagere huur of verkoopprijs, dan is dit wel toegestaan.
Het schattingsverslag moet voorgelegd kunnen worden bij alle vervreemdingen, het huren en verhuren van onroerende goederen die plaatsvinden of afgesloten worden vanaf 21 april 2024 (de datum van de inwerkingtreding van het besluit). De voorziening houdt de noodzakelijke stukken ter beschikking tot en met het 10e jaar volgend op het aangaan van de overeenkomst.
Maatregel 6: Beperkingen op het verstrekken van waarborgen aan derden
Erkende woonzorgcentra kunnen zich niet borg stellen voor de verplichtingen van een derde tenzij cumulatief voldaan wordt aan volgende voorwaarden:
- erkenningen die door de Vlaamse Regering werden verstrekt conform artikel 38 tot en met 41 van het Woonzorgdecreet, worden als waarborg gebruikt;
- de borgstelling is voordelig voor de duurzame exploitatie van de eigen locatie of de locatie van een andere initiatiefnemer;
- de minister, bevoegd voor de gezondheids- en woonzorg, aanvaardt of verwerpt de aanvraag binnen 30 dagen na het ontvangen van de aanvraag;
- de borg wordt gesteld tot waarborg van schulden bij een bank of onderneming waarvan de maatschappelijke zetel in België gevestigd is.
Het gaat hier enkel om een erkend woonzorgcentrum of de inrichtende macht ervan die zich borg wenst te stellen voor een ander erkend woonzorgcentrum of de inrichtende macht ervan.
De aanvraag voor een borgstelling, vermeld als derde voorwaarde, kan ingediend worden via financieringouderenzorg@vlaanderen.be en moet minimaal de volgende informatie bevatten:
- balans en resultatenrekening van de voorbije 3 jaar, en dit van beide partijen;
- de overeenkomst die aan de basis ligt van de borgstelling inclusief goedkeuring door financiële instelling;
- een beschrijving van het doel van de borgstelling;
- een motivatie waarom de borgstelling voordelig is voor de duurzame exploitatie van de eigen locatie of de locatie van een andere initiatiefnemer.
- Sector(en)
- Woonzorg