Dengue
Dengue, of knokkelkoorts, is een infectieziekte die overgebracht wordt via muggen en lokaal voorkomt in subtropische regio’s. Tot op vandaag is dengue een ziekte die voornamelijk in (sub)tropische gebieden voorkomt. Door klimaatveranderingen zijn er de afgelopen jaren ook een aantal uitbraken geweest in niet-tropische gebieden, zoals Zuid-Europa.
- Vaccinatie
- Vaccinatie beschikbaar
- Basisvaccinatieschema
- Geen onderdeel van het basisvaccinatieschema
- Vaccinatiegroep
- Reizigers
Over dengue
Symptomen
De meeste mensen hebben geen klachten. Anderen krijgen na 2 tot 15 dagen (meestal 5 tot 7) ziektesymptomen:
- plotseling optredende koorts met koude rillingen
- hoofdpijn, met name achter de ogen
- spier- en gewrichtspijn
- huiduitslag
- algemeen onwel zijn, misselijkheid
- braken
- hoesten
- keelpijn
Verspreiding
Besmetting met denguevirus vindt plaats via de beet van een besmette mug. Deze muggen zijn overdag actief.
Patiënten zijn besmettelijk voor de mug vanaf 2 dagen voor en 2 dagen nadat de koorts optreedt. Ook asymptomatische infecties kunnen worden doorgegeven aan de mug. Daarom dat het belangrijk is om tijdens deze besmettelijke periode te voorkomen dat men gestoken wordt.
Vaccinatie
Sinds maart 2023 is er op de Belgische markt een vaccin tegen dengue beschikbaar. Dit vaccin vermindert de kans op een ernstig verloop van een dengue-infectie. Het vaccin mag toegediend worden aan kinderen vanaf 4 jaar, indien voldaan wordt aan onderstaande indicaties.
De Hoge Gezondheidsraad raadt het vaccin aan voor de volgende indicaties:
- Bij reizigers die reeds dengue hebben gehad
EN
- gedurende lange tijd (> 4 weken) in of frequent reizen door een hoog risicogebied.
Reizigers kunnen de eerste dosis van het vaccinatieschema voor vertrek krijgen en een tweede dosis 3 maanden later.
Het vaccin is een levend verzwakt vaccin en is daarom tegenaangewezen bij bepaalde afweerstoornissen, tijdens zwangerschap of bij borstvoeding.
Behandeling
Er is geen specifieke behandeling voor dengue. De behandeling is symptomatisch en bestaat uit pijnstillers en rehydratie in geval van koorts. Aspirine en ontstekingsremmers moeten worden vermeden, want zij verhogen het risico op bloedingen. In geval van een ernstige vorm moet dringend medische hulp worden gezocht.
Preventietips
Preventie van dengue is vooral gericht op het voorkomen van muggenbeten, in gebieden waar dengue voorkomt, voornamelijk tussen zonsopgang en zonsondergang.
De volgende muggenwerende maatregelen zijn nuttig in lokale en epidemische gebieden, van zonsopgang tot zonsondergang:
- Het dragen van bedekkende kleding (lange broek, lange mouwen en sokken).
- Het insmeren van onbedekte huid met ‘muggenolie’ of een ‘muggenstift’ die DEET (diethyltoluamide) bevat.
Meer informatie over deze maatregelen vind je op wanda.
Informatie voor zorgprofessionals
Samenvatting
Verwekker: Denguevirus: familie Flaviviridae
Incubatieperiode: 3-14 dagen, meestal 4-7 dagen
Besmettingsweg: Beet van besmette mug, de gelekoortsmug (Aedes aegypti) en de Aziatische tijgermug (Aedes albopictus)
Besmettelijke periode: Meestal 7 dagen vanaf aanvang van klachten is mens besmettelijk voor mug.
Symptomen: Asymptomatisch of koorts, gewrichtspijn, uitslag, klein deel ernstiger (evt. dengue-hemorragische koorts en dengue shock syndroom)
Waarom melden: Detectie van introductie van vectoren en autochtone gevallen in Vlaanderen
Richtlijnen
Criteria
Klinische criteria | koorts |
---|---|
Epidemiologisch criterium | Reis of verblijf in gebied met gedocumenteerde transmissie van dengue binnen twee weken voor start symptomen |
Criteria voor laboratoriumconfirmatie | Waarschijnlijk detectie IgM in serum
detectie viraal RNA met PCR |
Gevalsdefinitie
Waarschijnlijk | Elke persoon met klinische EN epidemiologische criteria EN met waarschijnlijk labocriterium |
---|---|
Bevestigd | Elke persoon met een laboratoriumconfirmatie |