Jonge mantelzorgers - activiteitenrestrictie school en werk
Jonge mantelzorgers worden meer beperkt in hun school- en werkactiviteiten door het helpen thuis in vergelijking met hun leeftijdsgenoten die geen jonge mantelzorger zijn
Vooral de jonge mantelzorgers die veel helpen thuis (minstens 4 uur per week), voelen zich meer beperkt in hun school- en werkactiviteiten. Op de schaal activiteitenrestricties school/werk scoren zij gemiddeld 4. Een lage score (0) wijst op weinig beperkingen, een hoge score op veel beperkingen in hun activiteiten voor school en werk (16). Hun leeftijdsgenoten die geen mantelzorger zijn, ervaren minder beperkingen en scoren gemiddeld 2,3. Jonge mantelzorgers die niet of weinig (minder dan 4 uur per week) helpen zitten daar tussen in met 2,9.
Drieëntwintig procent van de jonge mantelzorgers is het eens met de stelling dat ze zich soms te moe voelen om te studeren of dat ze het te druk hebben omdat ze thuis iemand helpen. Bij niet-jonge mantelzorgers is dat 9%. Van de jonge mantelzorgers die niet of weinig helpen, beaamt 13% deze stelling. Eén op vijf jonge (20%) mantelzorgers die veel helpen, voelt zich soms moe op school van het iemand meehelpen thuis, 11% van hen voelt zich belet om betaald werk te doen en 7% gaat soms niet naar school omdat ze thuis iemand moeten meehelpen. Bij niet-jonge mantelzorgers is dat respectievelijk 6%, 5% en 4%. De percentages van jonge mantelzorgers die niet of weinig helpen, liggen telkens iets hoger.
Bij jonge mantelzorgers die veel helpen thuis, zijn jongeren uit het BSO en jongeren waar meerdere personen thuis ziek of gehandicapt zijn het vaakst beperkt in hun school- of werkactiviteiten
Bij de groep jonge mantelzorgers die veel helpen thuis zijn er verschillen naar onderwijsvorm en naar de persoon die ziek of gehandicapt is. De jongeren bij wie meerdere personen thuis ziek of gehandicapt zijn, voelen zich gemiddeld het vaakst beperkt in hun school- of werkactiviteiten. Ook jonge mantelzorgers die veel helpen thuis en die BSO-onderwijs volgen voelen zich vaker beperkt. Vooral het verschil met leerlingen uit het ASO en de A-stroom valt op.
De verschillen naar geslacht, leeftijd, herkomst, gezinstype en werk van de ouders zijn niet significant.