Toeslagen voor gezinszorg: vorige jaren

Op deze pagina vindt u een overzicht van de toeslagen voor gezinszorg vanaf het jaar 2006. Tot 2009 werden die toeslagen uitbetaald aan de diensten voor gezinszorg, vanaf 2010 tot en met 2019 aan de diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg en vanaf 2020 aan de diensten voor gezinszorg.

Flexibiliteit tussen 18 uur en 20 uur

Het budget voor de maatregel flexibiliteit tussen 18 uur en 20 uur dat jaarlijks vanaf 2021 verdeeld wordt tussen de diensten voor gezinszorg bedraagt:

  • in 2023: 925.865,72 eur;
  • in 2022: 858.317,59 euro;
  • in 2021: 261.438,26 euro.

Vervoer met een privéwagen

Het budget voor de maatregel vervoer dat jaarlijks verdeeld wordt voor gezinszorg bedraagt:

  • in 2006: 2.223.200 euro;
  • in 2007: 2.324.355,60 euro;
  • in 2008: 2.376.653,60 euro;
  • in 2009: 2.623.008,77 euro;
  • in 2010: 2.647.140,45 euro;
  • in 2011: 2.694.524,26 euro;
  • in 2012: 2.802.283,68 euro.

Daarnaast hebben de diensten in 2012 nog recht op een extra toeslag van 0,03 euro per kilometer dat de verzorgende personeelsleden in 2011 voor de dienst afgelegd hebben met een privéwagen. Vanaf 2013 ontvangen de diensten voor de maatregel vervoer voor gezinszorg een bedrag per kilometer dat de verzorgende personeelsleden in het eraan voorafgaande jaar voor de dienst afgelegd hebben met een privéwagen:

  • in 2013: 0,13 euro per kilometer;
  • in 2014: 0,15 euro per kilometer;
  • in 2015, 2016, 2017, 2018, 2019 en 2020: 0,16 euro per kilometer.

Daarnaast wordt in 2019 een extra budget van 150.000 euro verdeeld tussen de private diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg en de private diensten voor logistieke hulp; die verdeling gebeurt evenredig, op basis van het aantal gereden kilometers met een privéwagen van het verzorgend en logistiek personeel en de doelgroepwerknemers. Het extra budget voor de private diensten voor gezinszorg wordt in 2020 verhoogd tot 305.523,92 euro.

  • in 2021: 0,1735 euro per kilometer;
  • in 2022: 0,2301 euro per kilometer
  • in 2023: 0,2716 euro per kilometer.

Vervoer met een (brom)fiets

Het budget voor de maatregel vervoer met een (brom)fiets dat jaarlijks verdeeld wordt tussen de diensten voor gezinszorg bedraagt:

  • in 2023: 198.394,29 euro;
  • in 2022: 184.456,67 euro;
  • in 2021: 166.068,83 euro;
  • in 2020: 163.054,90 euro;
  • in 2019: 162.960,83 euro;
  • in 2018: 160.000,01 euro.

Die verdeling gebeurt evenredig, op basis van het aantal gereden kilometers met een (brom)fiets van het verzorgend en logistiek personeel en de doelgroepwerknemers.

Daarnaast wordt in 2021 een extra budget van 35.621,61 euro verdeeld tussen de private diensten voor gezinszorg, en in 2022 een extra budget van 39.551,45 euro. In 2023 gaat het om een extra budget van 42.532,27 euro.

Ook wordt vanaf 2021 aan de private diensten voor gezinszorg 211.700 euro en aan de openbare diensten voor gezinszorg 78.259 euro toegekend voor vernieuwende projecten die het fietsgebruik ondersteunen. In 2022 gaat het respectievelijk om 232.289,51 euro en 85.870,31 euro, en in 2023 om 248.040,29 euro en 91.692,89 euro.

Milieubewuste verplaatsing

Het budget voor maatregelen in verband met milieubewuste verplaatsingen dat jaarlijks verdeeld wordt voor gezinszorg bedraagt:

  • in 2023: 582.122,98 euro;
  • in 2022: 545.157,66 euro;
  • in 2021, 2020, 2019, 2018, 2017, 2016, 2015, 2014, 2013 en 2012: 496.836,36 euro;
  • in 2011, 2010 en 2009: 487.094,47 euro;
  • in 2008: 306.000 euro.

Werkdrukvermindering private diensten

Het budget voor de maatregel werkdrukvermindering dat jaarlijks verdeeld wordt voor gezinszorg tussen de private diensten voor gezinszorg bedraagt:

  • in 2023: 10.220.277,78 euro;
  • in 2022: 9.568.974,26 euro;
  • in 2021: 7.367.618,79 euro;
  • in 2020: 4.208.721,73 euro;
  • in 2019: 4.211.174,17 euro;
  • in 2018: 4.131.525,93 euro;
  • in 2017: 4.056.421,43 euro;
  • in 2016: 3.988.207,72 euro;
  • in 2015: 4.064.193,52 euro;
  • in 2014 en 2013: 4.148.098,15 euro;
  • in 2012: 3.987.022,44 euro;
  • in 2011: 3.908.845,53 euro; 
  • in 2010: 3.832.201,50 euro; 
  • in 2009: 3.190.411,15 euro;
  • in 2008: 2.417.749,58 euro;
  • in 2007: 1.699.413,21 euro;  
  • in 2006: 832.716,29 euro. 

Werkdrukvermindering, koopkracht en innovatieve en digitalisering openbare diensten

De maatregel werkdrukvermindering voor de openbare diensten voor gezinszorg werd vanaf 2021 uitgebreid met de maatregelen koopkracht en innovatie en digitalisering.

Het budget voor de maatregelen werkdrukvermindering, koopkracht, en innovatie en digitalisering dat jaarlijks verdeeld wordt voor gezinszorg tussen de openbare diensten voor gezinszorg bedraagt:

  • in 2023: 9.441.869,19 euro:
    • in uitvoering van het VIA6-akkoord worden de middelen over de verschillende VIA6-maatregelen als volgt procentueel verdeeld:
      • maatregel werkdrukvermindering: 8,28%;
      • maatregel koopkracht: 83,41%;
      • maatregel innovatie en digitalisering: 2,58%.
  • in 2022: 8.765.527,15 euro:
    • in uitvoering van het VIA6-akkoord worden de middelen over de verschillende VIA6-maatregelen als volgt procentueel verdeeld:
      • maatregel werkdrukvermindering: 8,35%;
      • maatregel koopkracht: 83,29%;
      • maatregel innovatie en digitalisering: 2,58%.
  • in 2021: 4.886.912,32 euro:
    • in uitvoering van het VIA6-akkoord worden de middelen over de verschillende VIA6-maatregelen als volgt procentueel verdeeld:
      • maatregel werkdrukvermindering: 9,28%;
      • maatregel koopkracht: 76,85%;
      • maatregel innovatie en digitalisering: 4,23%.
  • in 2020 en 2019: 461.731,96 euro;
  • in 2018: 452.678,39 euro;
  • in 2017: 443.802,35 euro;
  • in 2016, 2015, 2014 en 2013: 435.100,34 euro;
  • in 2012: 418.204,86 euro;
  • in 2011: 410.004,77 euro;
  • in 2010: 401.965,46 euro;
  • in 2009: 321.572,37 euro;
  • in 2008: 227.268,62 euro;
  • in 2007: 151.512,41 euro;
  • in 2006: 74.270,79 euro.

Werkdrukvermindering voor het begeleidend personeel

Vanaf 2014 is dat budget vertaald in een nieuwe norm voor het begeleidend personeel (1 VTE begeleidend personeelslid voor gezinszorg per 120 in plaats van 130 geholpen gebruikers).

Daarnaast hebben de diensten in 2012 en 2013 recht op subsidies in het kader van de maatregel werkdrukvermindering voor het begeleidend personeel. Het budget voor die maatregel dat jaarlijks verdeeld wordt voor gezinszorg tussen de diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg bedraagt:

in 2013: 3.149.918,25 euro;
in 2012: 1.903.629 euro.

Managementsondersteuning, koopkracht, uurroosterverstoring, innovatie en digitalisering, baremaverhoging verzorgend personeel

De maatregel managemenstondersteuning werd vanaf 2020 uitgebreid met de maatregelen baremaverhoging voor het verzorgend personeel en de omkadering.

De maategel managementsondersteuning en de baremaverhoging voor het verzorgend personeel en de omkadering werd vanaf 2021 uitgebreid met de maatregelen koopkracht, uurroosterverstoring, en innovatie en digitalisering.

Het budget voor de maatregelen managementsondersteuning, koopkracht, uurroosterverstoring, innovatie en digitalisering, en baremaverhoging verzorgend personeel en omkadering dat jaarlijks verdeeld wordt voor gezinszorg tussen de private diensten voor gezinszorg bedraagt:

  • in 2023: 43.652.218,64 euro:
    • voor de maatregelen managementsondersteuning, koopkracht van het verzorgend personeel en het overige personeel, uurroosterverstoring, innovatie en digitalisering, en baremaverhoging verzorgend personeel: 88,46% van het budget, waarvan voor:
      • koopkracht van het verzorgend personeel en het overige personeel: 78,66%;
      • uurroosterverstoring: 0,60%;
      • innovatie en digitalisering: 3,15%;
    • voor de maatregelen koopkracht van het begeleidend personeel en de baremaverhoging voor de omkadering: 11,54% van het budget, waarvan 89,32% voor de maatregel koopkracht van het begeleidend personeel;
  • in 2022: 40.467.495,59 euro:
    • voor de maatregelen managementsondersteuning, koopkracht van het verzorgend personeel en het overige personeel, uurroosterverstoring, innovatie en digitalisering, en baremaverhoging verzorgend personeel: 88,46% van het budget, waarvan voor:
      • koopkracht van het verzorgend personeel en het overige personeel: 78,66%;
      • uurroosterverstoring: 0,60%;
      • innovatie en digitalisering: 3,15%;
    • voor de maatregelen koopkracht van het begeleidend personeel en de baremaverhoging voor de omkadering: 11,54% van het budget, waarvan 89,32% voor de maatregel koopkracht van het begeleidend personeel;
  • in 2021: 32.458.754,09 euro:
    • voor de maatregelen managementsondersteuning, koopkracht van het verzorgend personeel en het overige personeel, uurroosterverstoring, innovatie en digitalisering, en baremaverhoging verzorgend personeel: 87,14% van het budget, waarvan voor:
      • koopkracht van het verzorgend personeel en het overige personeel: 75,59%;
      • uurroosterverstoring: 0,23%;
      • innovatie en digitalisering: 3,64%;
    • voor de maatregelen koopkracht van het begeleidend personeel en de baremaverhoging voor de omkadering: 12,86% van het budget, waarvan 89,09% voor de maatregel koopkracht van het begeleidend personeel;
  • in 2020: 5.547.028,18 euro;
  • in 2019: 1.112.026,15 euro;
  • in 2018: 1.065.801,50 euro;
  • in 2017: 1.021.477,65 euro;
  • in 2016: 982.707,11 euro;
  • in 2015: 993.149,91 euro;
  • in 2014: 1.003.592,71 euro;
  • in 2013: 499.842,48 euro;
  • in 2012: 190.461,28 euro.

Eindejaarspremie

Het budget voor de maatregel eindejaarspremie dat jaarlijks verdeeld wordt voor gezinszorg tussen de private diensten voor gezinszorg bedraagt:

  • in 2023: 11.380.217,03 euro;
  • in 2022: 10.549.953,63 euro;
  • in 2021: 9.640.352,93 euro;
  • in 2020: 9.207.999,84 euro;
  • in 2019: 8.642.592,38 euro;
  • in 2018: 7.181.042,39 euro;
  • in 2017: 6.882.121,73 euro;
  • in 2016: 6.620.367,29 euro;
  • in 2015: 6.684.567,80 euro;
  • in 2014: 6.755.488,69 euro;
  • in 2013: 6.308.180,53 euro;
  • in 2012: 1.489.195,99 euro.
Sector(en)
Thuiszorg