Zorginspectie: toezichtdecreet
Het toezichtdecreet trad op 1 januari 2019 in werking en bevat duidelijke regels voor de inspecties binnen het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.
Het toezichtdecreet voorziet in een aantal toezichtrechten voor de inspecteurs, maar biedt ook heel wat rechten voor de geïnspecteerde(n). Het decreet lijnt duidelijk af wat er wel en niet mag/moet tijdens inspecties. Het decreet biedt de geïnspecteerde voorzieningen duidelijkheid over hun rechten en versterkt ook hun positie. Het toezichtdecreet omvat ook bepalingen (rechten) voor klachtindieners, voorzieningen, …
Proportionaliteit en finaliteit
In het decreet staan proportionaliteit en finaliteit bij de uitoefening van de voorgestelde bevoegdheden en toezichtrechten centraal. Dat zijn 2 beginselen van behoorlijk bestuur die expliciet vermeld worden in de tekst van het decreet omdat zij van fundamenteel belang zijn voor de toezichtfunctie.
Privacy
Ook worden de nodige privacywaarborgen ingebouwd: de verwerking van persoonsgegevens gebeurt in overeenstemming met de Europese, federale en Vlaamse regels rond het verwerken van die gegevens. Daarbij worden gevoelige persoonsgegevens (waaronder gegevens over gezondheid) beter beschermd dan gewone persoonsgegevens.
Inhoud van het toezichtdecreet
Het toezichtdecreet bevat volgende elementen:
- 8 toezichtrechten voor de inspecteurs van Zorginspectie:
- het recht op toegang
- het recht om aan om het even wie informatie te vragen
- het recht op identiteitsopname
- het recht op inzage en kopie
- het recht op onderzoek van zaken
- het recht om vaststellingen te doen door middel van audiovisuele middelen en/of staalnames
- het recht om zich te laten bijstaan door deskundigen
- het recht om zich, in uitzonderlijke omstandigheden of wanneer de eigen veiligheid in gevaar is, te laten bijstaan door de lokale of federale politie
- de termijnen voor de opmaak van een verslag en de mogelijkheid om te reageren op een ontwerpverslag voor geïnspecteerden en voor burgers die klachten hebben over de kwaliteit van de zorg in een zorgvoorziening
- een wettelijke basis om gegevens uit te wisselen met andere instanties
- de mogelijkheid voor inspecteurs om aan om het even welk type voorzieningen ‘concrete beschermende maatregelen’ op te leggen wanneer de veiligheid of de gezondheid van de zorggebruiker in gevaar is
- de mogelijkheid om sancties op te leggen aan wie het toezicht verhindert of wie opgelegde concrete beschermende maatregelen niet naleeft
In detail: bepaalde toezichtrechten
Het recht op toegang
Inspecteurs mogen overdag (tussen 5 uur ’s morgens en 21 uur ’s avonds) ruimtes betreden die voor de zorg gebruikt worden. Dat zijn bijvoorbeeld ruimtes voor kinderopvang, ziekenhuiskamers of gemeenschappelijke ruimtes in een woonzorgcentrum.
Bewoonde ruimtes in residentiële voorzieningen mogen overdag binnengegaan worden als de bewoner(s) zich daar niet tegen verzet(ten). Die ruimtes zijn bijvoorbeeld bewonerskamers in een woonzorgcentrum, in een psychiatrisch verzorgingstehuis of in een assistentiewoning.
Privéwoningen zijn alleen toegankelijk als er een voorafgaandelijke schriftelijke toestemming is. Privéwoningen zijn bijvoorbeeld huizen van begunstigden van een persoonsvolgend budget of woningen van een initiatief voor beschut wonen.
Hierop bestaan enkele uitzonderingen. Een politierechter kan bijvoorbeeld aan inspecteurs een machtiging geven om overdag of ’s nachts bepaalde ruimtes te betreden.
Het recht op inzage en kopie
Inspecteurs hebben het recht om documenten en informatiedragers in te zien die nodig zijn voor de uitoefening van het toezicht. Daaronder vallen ook documenten en informatiedragers die (gevoelige) persoonsgegevens bevatten. De inspecteurs kunnen daarvan een (kosteloze) kopie vragen of maken. Wanneer het niet mogelijk is om een kopie te maken, mogen documenten en informatiedragers die geen gevoelige persoonsgegevens bevatten ook meegenomen worden. Ze mogen in bepaalde omstandigheden zelfs in beslag genomen of verzegeld worden.
Het recht op onderzoek van zaken en het recht om vaststellingen te doen met staalnames
Soms worden vaststellingen gedaan door onderzoek van zaken. Het kan gaan om metingen ter plaatse (afmetingen, CO2-metingen…) of staalnames (bijvoorbeeld oppervlaktewisser met het oog op het kweken van micro-organismen).
Het recht om vaststellingen te doen met audiovisuele middelen
Inspecteurs kunnen ook vaststellingen doen met klank- of beeldopnames. Als het mogelijk is, vermijden zij dat personen daarbij herkenbaar zijn. Wanneer ze op die manier vaststellingen doen, maken de inspecteurs een ‘document van vaststelling’ op. Daarin beschrijven ze welke vaststellingen zij op welke manier gedaan hebben. De inspecteurs laten 1 exemplaar van het ‘document van vaststelling’ tekenen voor ontvangst.
In detail: andere elementen uit het toezichtdecreet
Naast de 8 toezichtrechten bevat het toezichtdecreet ook een aantal andere elementen:
Termijnen voor de opmaak van een verslag en de mogelijkheid om te reageren op een ontwerpverslag
De inspecteur heeft, nadat hij de laatste vaststelling gedaan heeft, 30 kalenderdagen de tijd om een ontwerpverslag op te maken. Daarna krijgt de geïnspecteerde 14 dagen de tijd om te reageren op dat verslag. Vervolgens heeft de inspecteur opnieuw maximaal 30 dagen de tijd om het verslag aan te passen tot de definitieve versie. Wanneer de inspectie plaatsvindt naar aanleiding van een klacht, krijgt ook de (niet-anonieme) klachtindiener het ontwerpverslag toegestuurd met eenzelfde reactiemogelijkheid als de geïnspecteerde. Alle termijnen zijn eenmalig verlengbaar met dezelfde termijn, wanneer dat voldoende gemotiveerd kan worden.
Uitwisseling van informatie
Informatie die verzameld wordt door andere overheidsinstanties of meewerkende instanties en die nuttig kan zijn voor Zorginspectie of omgekeerd, mag worden uitgewisseld. Een voorwaarde daarbij is dat aan de algemeen geldende regelgeving is voldaan (algemene verordening gegevensuitwisseling, privacywetgeving…).
Concrete beschermende maatregelen
Wanneer de veiligheid of de gezondheid van de zorggebruiker in gevaar is, kan iedere inspecteur onmiddellijk maatregelen opleggen. Volgende maatregelen kunnen getroffen worden:
- een verbod om (een) bepaalde activiteit(en) uit te oefenen
- een gedeeltelijke tot volledige sluiting van de voorziening
- een verbod tot opname van nieuwe zorggebruikers
- …
De maatregelen die opgelegd worden, dragen onmiddellijk bij aan de inperking van de risicovolle situatie. De inspecteur kan die maatregelen opleggen gedurende maximaal 7 dagen. Daarna kunnen zij door de leidend ambtenaar van de betrokken functionele organisatie stopgezet, gewijzigd of verlengd worden. De betrokken functionele organisaties kunnen zijn: het agentschap Opgroeien, het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap en het Departement Zorg. De opgelegde maatregelen niet uitvoeren is strafbaar en wordt aan het parket gemeld.
Verhindering van het toezicht
Al wie het toezicht verhindert, leugenachtige verklaringen aflegt of valse documenten of informatiedragers voorlegt, kan een administratieve geldboete krijgen. Die bedraagt minstens 200 euro, maar kan oplopen tot 20.000 euro.
- Sector(en)
- Armoede-organisatiesEerste lijnGeestelijke GezondheidszorgGehandicaptenzorgJeugdhulpKinderopvangResidentiële ouderenzorgRevalidatieThuiszorgVrijwilligerswerkWelzijnsvoorzieningenWoonzorgZiekenhuizen