Inspectie en handhaving van kwaliteit in residentiële ouderenzorgvoorzieningen
Inspectie
Om erkend te worden en te blijven, inspecteert de Vlaamse overheid regelmatig de ouderenvoorzieningen:
- de inspecties worden uitgevoerd door de afdeling Zorginspectie van het Departement Zorg;
- woonzorgcentra worden minstens elke vier jaar algemeen geïnspecteerd;
- na klachten bij de Woonzorglijn of omwille van andere aanwijzingen, kunnen extra inspecties gebeuren.
De inspectieverslagen vindt u op de website van Zorginspectie.
Opvolging na inspectie: handhaving van de kwaliteit
- Beoordeling van het inspectieverslag: Zorginspectie bezorgt de definitieve inspectieverslagen aan afdeling Woonzorg van het Departement Zorg, die voor elk inspectieverslag nagaat of er vastgestelde tekorten op de erkenningsvoorwaarden zijn.
- Remediërings- of verbeterplan: bij tekorten vraagt de afdeling Woonzorg minstens een remediëringsplan op. Daarin geeft een voorziening aan hoe ze elk tekort oplost en tegen wanneer. De afdeling beoordeelt of de inhoud van het remediëringsplan voldoende is. Het gevraagde actie- en remediëringsplan wordt bij voorkeur opgemaakt aan de hand van dit sjabloon.xls bestand44.0kb
- Controleren van het remediëringsplan: de afdeling Woonzorg controleert of het remediëringsplan wel degelijk wordt uitgevoerd, bijvoorbeeld door bewijsstukken op te vragen. De uitvoering van een remediëringsplan kan ook worden nagegaan via een nieuwe inspectie.
- Eventuele sancties: blijken er geen of te weinig verbeteringen te komen, dan volgen sancties.
Mogelijke sancties bij onvoldoende kwaliteit
1. Aanmaning en verhoogd toezicht
Een aanmaning is een formele waarschuwing waarbij een voorziening aangemaand wordt om te voldoen aan alle erkenningsvoorwaarden. Een aanmaning is een eerste stap en waarschuwing voor andere sancties. Als reactie op de aanmaning moet de voorziening een remediëringsplan opmaken met een duidelijk tijdspad waarbinnen de tekorten moeten opgelost zijn.
Een voorziening die een aanmaningsbrief ontvangt, wordt onder verhoogd toezicht geplaatst. Dit wil zeggen dat zij frequenter geïnspecteerd worden, minstens tweemaal per jaar.
Het Departement Zorg kan beslissen om het verhoogd toezicht op te heffen als een voorziening op een structurele en duurzame manier heeft aangetoond de uitbating en werking voldoende te verbeteren. U vindt hier het overzicht van voorzieningen die momenteel onder verhoogd toezicht staan.
2. Schorsing van de erkenning
Een schorsingsmaatregel betekent dat een voorziening voor de periode van de schorsing geen nieuwe bewoners mag opnemen. Een schorsing duurt maximaal zes maanden en kan eenmaal verlengd worden met een extra periode van zes maanden.
Het Departement Zorg legt een schorsing op als deze ervan overtuigd is dat de voorziening nog kan en wil remediëren binnen een korte termijn.
Een beslissing tot schorsing wordt steeds voorafgegaan door een voornemen tot schorsing van de (bijkomende) erkenning. Een voorziening kan op dit voornemen reageren met een bezwaarschrift. Een onafhankelijke Adviescommissie WVG spreekt zich na het horen van de betrokken partijen uit over het voornemen en het bezwaarschrift in een schriftelijk advies. Afhankelijk van dit advies kan de secretaris-generaal of de bevoegde minister al dan niet beslissen de erkenning te schorsen.
3. Administratieve geldboete
Het Departement Zorg kan een administratieve geldboete opleggen aan een voorziening die is aangemaand om binnen een bepaalde termijn te voldoen aan de erkenningsvoorwaarden. Het boetebedrag ligt tussen 2.500 en 25.000 euro.
4. Aanstellen van een voorlopig bewindvoerder
Het Departement Zorg kan aan de rechter vragen om een voorlopig bewindvoerder aan te stellen als er ernstige en herhaalde tekorten blijven die de integriteit van (bepaal)de bewoners in gevaar brengen. Deze voorlopig bewindvoerder moet competenties hebben in de organisatie van de zorg. Deze persoon zal gemachtigd worden om in naam en voor rekening van de woonzorgvoorziening de nodige maatregelen te nemen om het respect voor de integriteit of de continuïteit van de zorg en dienstverlening te verzekeren.
5. Intrekking van de erkenning
Indien een voorziening niet meer in staat is om de vastgestelde tekorten op de erkenningsvoorwaarden op te lossen, wordt overgegaan tot intrekking van de erkenning.
Een intrekking van de erkenning heeft de sluiting van de voorziening tot gevolg. Dat impliceert dat alle bewoners moeten verhuizen en dat de personeelsleden een andere job moeten zoeken.
Het Departement Zorg zorgt dan, samen met het lokaal bestuur, voor de nodige begeleiding om voor de bewoners een nieuwe woning te zoeken, zoals bijvoorbeeld een ander woonzorgcentrum in de regio.
Voorafgaand aan een beslissing tot intrekking van de erkenning betekent het Departement Zorg een voornemen tot intrekking van de erkenning aan de voorziening. Een voorziening kan op dit voornemen reageren met een bezwaarschrift. Een onafhankelijke Adviescommissie WVG spreekt zich uit over het voornemen en het bezwaarschrift in een schriftelijk advies. Afhankelijk van dit advies kan de secretaris-generaal of de bevoegde minister al dan niet beslissen de erkenning in te trekken.
Meer informatie
Woonzorgvoorzieningen waar zich ernstige en/of aanhoudende klachten voordoen of waar vragen rijzen over de kwaliteit van de zorg, plaatst Departement Zorg onder verhoogd toezicht. U vindt hier de lijst van voorzieningen onder verhoogd toezicht.
De woonzorglijn
Wie een vraag of klacht heeft over een ouderenzorgvoorziening, kan daarmee terecht bij de Woonzorglijn:
- Sector(en)
- Residentiële ouderenzorgWoonzorg