Quota voor de (vervolg)opleiding geneeskunde en tandheelkunde

Via startquota en subquota legt de Vlaamse regering vast hoeveel studenten er aan de opleidingen geneeskunde en tandheelkunde mogen beginnen.

  • De startquota bepalen elk academiejaar hoeveel studenten er mogen starten aan de bacheloropleidingen geneeskunde en tandheelkunde.
  • De subquota bepalen elk kalenderjaar (of voor een bepaalde periode) hoeveel studenten er na het behalen van hun masterdiploma mogen starten met een vervolgopleiding.

Context: de 3 fasen van de opleiding geneeskunde en tandheelkunde

Om arts-specialist, huisarts, algemeen tandarts of tandarts-specialist te worden, doorloopt u 3 opleidingsfasen:

  1. bacheloropleiding
  2. masteropleiding
  3. vervolgopleiding (specialisatie).

Nadat u uw masterdiploma hebt behaald, ontvangt u van de FOD Volksgezondheid een visum. 

  • Als student geneeskunde met een masterdiploma kunt u met dat visum aan de slag als basisarts. U kunt er ook voor kiezen om u verder te specialiseren tot huisarts of tot arts-specialist.
  • Om aan de slag te kunnen als tandarts, volstaan een masterdiploma en visum niet en moet u zich sowieso verder specialiseren tot algemeen tandarts of tandarts-specialist. 

Bent u klaar met een vervolgopleiding? Dan kunt u bij het Departement Zorg een erkenning aanvragen voor een bijzondere beroepstitel (specialisatie).

1. Quota voor de bacheloropleidingen: startquota

De startquota bepalen hoeveel studenten er met de bacheloropleiding geneeskunde en tandheelkunde mogen starten. De Vlaamse Regering stelt die startquota jaarlijks vast op basis van de globale quota bepaald door de federale overheid. De Vlaamse Planningscommissie adviseert de Vlaamse Regering daarbij.

Doel van de startquota

De bedoeling van de startquota is, dat alle studenten na de voltooiing van hun masteropleiding geneeskunde en tandheelkunde kunnen doorstromen naar een vervolgopleiding en dat er geen tekorten of overtallen aan artsen en tandartsen ontstaan.

Wat zijn de startquota voor 2024-2025?

Zo veel studenten mogen in 2024-2025 aan de opleidingen geneeskunde en tandheelkunde starten:

Startquotum bacheloropleiding geneeskunde1.723
Startquotum bacheloropleiding tandheelkunde252

2. Quota voor de vervolgopleidingen: globale quota

De federale regering bepaalt hoeveel studenten er elk jaar aan een vervolgopleiding binnen de geneeskunde en tandheelkunde in Vlaanderen en Wallonië mogen starten. Die quota zijn bekend tot 2030 voor geneeskunde en tot 2029 voor tandheelkunde.

Wanneer worden de globale quota bepaald?

De globale quota voor geneeskunde worden 6 jaar op voorhand vastgelegd. Die voor tandheelkunde 5 jaar op voorhand. Die termijnen komen overeen met de duur van de bachelor- en masteropleidingen. Zo zijn de aantallen bekend voor de kandidaten starten aan de bacheloropleiding en kunnen de gemeenschappen op tijd bepalen hoeveel kandidaten ze toelaten.

Wat zijn de globale quota voor 2024-2025?

Vervolgopleidingen zonder subquotum

De federale overheid kan beslissen om (standaard of in specifieke jaren) bepaalde vervolgopleidingen ‘buiten de contingentering te houden’. Dat wil zeggen dat er geen quota voor de toelating tot die opleidingen gelden.

Voor de volgende specialisaties vervolgopleidingen geneeskunde zijn er standaard geen subquota: 

  • het beheer van gezondheidsgegevens
  • de verzekeringsgeneeskunde en de medische expertise
  • de forensische geneeskunde
  • de arbeidsgeneeskunde.

3. Subquota voor de vervolgopleidingen (specialisaties)

Als u het masterdiploma geneeskunde of tandheelkunde hebt behaald, kunt u zich kandidaat stellen voor een vervolgopleiding. Soms is er een subquotum voor een vervolgopleiding (of groep van vervolgopleidingen). Dat betekent dat er maar een beperkt aantal kandidaten toegang krijgt tot de opleiding met het oog op een beroepstitel.  Dat quotum kan voor 1 jaar gelden of voor een bepaalde periode. De overheid kan ook een minimumaantal kandidaten vastleggen.

Wanneer de Vlaamse overheid de subquota vastlegt, moet ze de federaal vastgelegde globale quota respecteren. Het totaal van alle subquota in 1 jaar mag niet hoger liggen dan het federale quotum.

Doel van de subquota

Door de subquota wil de regering het medische aanbod beter op de specifieke Vlaamse noden afstemmen. Voor bepaalde beroepstitels is er nu een overaanbod, terwijl er voor andere een tekort is, de zogenaamde knelpuntspecialismen, bijvoorbeeld huisartsen, en kinder- en jeugdpsychiaters. Door vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen, verkorten de wachttijden voor de patiënten en gaat de kwaliteit van de zorg omhoog.

Hoe worden de subquota jaarlijks bepaald?

De Vlaamse Planningscommissie adviseert de Vlaamse Regering jaarlijks over hoeveel kandidaten ze tot bepaalde (groepen van) vervolgopleidingen mag of moet toelaten. Op basis van dat advies legt de Vlaamse Regering de subquota vast. 

Wanneer worden de subquota bepaald?

De Vlaamse overheid legt de subquota voor de geneeskunde minstens 3 jaar op voorhand vast en voor tandheelkunde minstens 2 jaar op voorhand. Zo kennen de kandidaten de subquota voor ze aan de masteropleiding beginnen (de masteropleiding geneeskunde duurt 3 jaar, de masteropleiding tandheelkunde 2 jaar).

De subquota voor 2025-2027

Hieronder vindt u de subquota die de Vlaamse regering heeft vastgelegd voor vervolgopleidingen voor arts-specialisten en huisartsen en voor tandartsen en tandartsen-specialisten: