Vlaamse Sociale Bescherming

Hoeveel kost uw mobiliteitshulpmiddel?

Er is een tussenkomst in de kosten voor de aankoop of huur van een mobiliteitshulpmiddel:
  • met een vast bedrag voor een mobiliteitshulpmiddel dat u koopt,
  • met de volledige huurprijs als u een mobiliteitshulpmiddel huurt,
  • met een vast bedrag voor de kosten van onderhoud en herstellingen.

U betaalt zelf:

  • mogelijk een supplement voor bepaalde duurdere merken of uitvoeringen van een mobiliteitshulpmiddel,
  • het supplement als u voor een geavanceerder hulpmiddel kiest dan waarvoor u in aanmerking komt,
  • voor aanpassingen aan uw hulpmiddel waarvoor u niet in aanmerking komt of die niet vergoedbaar zijn,
  • voor kosten voor onderhoud en herstellingen boven uw "forfait"
  • de eventuele aankoop van meerdere mobiliteitshulpmiddelen
  • eventueel een waarborg, transportkosten en schade bij verhuur.

Hoeveel betaalt de Vlaamse sociale bescherming?

Een vast bedrag bij de aankoop

Voor elk type mobiliteitshulpmiddel is bepaald hoeveel de Vlaamse sociale bescherming zal betalen van de aankoopprijs. Dat deel hoeft u niet zelf te betalen of voor te schieten als u het mobiliteitshulpmiddel koopt. De verstrekker van uw mobiliteitshulpmiddel zal dat factureren aan uw zorgkas.

In de officiële productenlijst ziet u per type hulpmiddelen:

  • alle beschikbare merken van dat hulpmiddel, van de verschillende fabrikanten die dat hulpmiddel op de markt brengen;
  • de prijs van het hulpmiddel en van mogelijke aanpassingen die eraan kunnen gebeuren.
  • hoeveel de Vlaamse sociale bescherming zal tussenkomen voor dat hulpmiddel en voor de eventuele aanpassingen (de "terugbetaling" of "tegemoetkoming"). 
  • het "supplement" dat u zelf zal moeten betalen. Dat is het verschil tussen de prijs voor het hulpmiddel (evt. met aanpassingen) en de terugbetaling die de Vlaamse sociale bescherming voorziet. 

Voor elk type mobiliteitshulpmiddelen zijn er merken en uitvoeringen op de markt die volledig gedekt worden door de tussenkomst van de Vlaamse sociale bescherming.

Alle beschikbare mobiliteitshulpmiddelen staan in de productenlijst mobiliteitshulpmiddelenpdf bestand1.9mb (1 december 2024).

Alle mogelijke aanpassingen die de verstrekker aan het hulpmiddel kan doen, staan in de lijst met aanpassingen voor mobiliteitshulpmiddelenpdf bestand823.7kb (1 december 2024).

U ziet er ook telkens de prijs bij (wat de Vlaamse sociale bescherming betaalt en wat u evt. nog zelf moet betalen).

Een huurforfait bij verhuur

Als u een mobiliteitshulpmiddel moet huren (in een woonzorgcentrum, thuis als u ouder bent dan 85, ...), dan betaalt de Vlaamse sociale bescherming de maandelijkse huurprijs. Uw zorgkas zal dat "huurforfait" betalen aan uw verstrekker. Daarin is in principe alles inbegrepen, zoals aanpassingen, herstellingen, onderhoud, enzovoorts. De verstrekker van uw mobiliteitshulpmiddel mag u wel om een waarborg vragen, eventueel transportkosten voor het leveren van het hulpmiddel en een schadevergoeding als u het toestel zou beschadigen. Er mag geen waarborg worden aangerekend als u het statuut hebt van verhoogde tegemoetkoming of in een behartenswaardige situatie verkeert. Contacteer uw zorgkas om na te gaan of u dit statuut heeft.

Het onderhoud en de herstellingen

Koopt u een rolstoel, scooter of drie- of vierwielfiets, dan zal de Vlaamse sociale bescherming een vast deel van de kosten voor onderhoud en herstellingen op zich nemen. Hoeveel dat bedrag of "forfait" is, hangt af van het mobiliteitshulpmiddel en uw medische toestand. Doorgaans volstaat dit voor de gangbare onderhoudsbeurten en herstellingen.

Hoeveel moet u zelf nog betalen?

Supplement bij duurdere merken of uitvoeringen

Er zijn merken of uitvoeringen van mobiliteitshulpmiddelen die duurder zijn dat wat de Vlaamse sociale bescherming ervoor betaalt. Kiest u zo'n merk of uitvoering, dan zal u dat verschil of "supplement" zelf moeten betalen. In de officiële productenlijst mobiliteitshulpmiddelenpdf bestand1.9mb (1 december 2024) ziet u per type hulpmiddelen hoeveel elk merk kost, hoeveel de Vlaamse sociale bescherming ervoor tussenkomt en wat u dus zelf nog moet opleggen.

Meerprijs voor een geavanceerder hulpmiddel dan wat u nodig hebt 

Op basis van het voorschrift van uw arts, stelt uw verstrekker u een mobiliteitshulpmiddel voor dat daarbij past. Wil u toch een meer geavanceerd (en dus duurder) mobiliteitshulpmiddel dan wat u strikt nodig heeft, dan zal u het supplement daarvoor zelf moeten betalen. De Vlaamse sociale bescherming komt wel tussen voor de waarde van het hulpmiddel dat u echt nodig had. Heeft u volgens uw verstrekker (en uw voorschrift) bijvoorbeeld een standaard rolstoel nodig, maar wil uw een elektrische rolstoel? Dan zal de Vlaamse sociale bescherming tussenkomen voor wat ze normaal betaalt voor een standaard rolstoel. De meerkost voor de elektrische rolstoel betaalt u zelf aan de verstrekker. 

Aanpassingen aan uw hulpmiddel die niet noodzakelijk zijn

Aan de meeste hulpmiddelen zijn tal van aanpassingen mogelijk, zoals extra steunen etc. Op basis van het voorschrift van uw arts, zal de verstrekker van uw mobiliteitshulpmiddel voorstellen welke aanpassingen nodig zijn. Daarvoor voorziet de Vlaamse sociale bescherming een tussenkomst. Andere, extra aanpassingen zal u zelf moeten betalen. 

Kosten voor onderhoud en herstellingen boven uw "forfait"

De Vlaamse sociale bescherming neemt een vast deel van de kosten op zich voor onderhoud en herstellingen (zie boven). Is dat vaste bedrag opgebruikt, dan moet u zelf het onderhoud en de herstellingen voorzien (tenzij uw verstrekker nog een extra bedrag kan aanvragen of u uw hulpmiddel kan hernieuwen). 

De aankoop van meerdere mobiliteitshulpmiddelen

In een aantal gevallen komt de Vlaamse sociale bescherming tussenbeide als u meerdere mobiliteitshulpmiddelen moet aankopen, bijvoorbeeld een tweede rolstoel of een combinatie van verschillende hulpmiddelen. Maar als u niet voldoet aan de voorwaarden om meerdere hulpmiddelen terugbetaald te krijgen, dan zal u de aankoop van extra hulpmiddelen zelf moeten betalen. 

Waarborg, transport en schade bij verhuur

Moet u een mobiliteitshulpmiddel huren, dan betaalt de Vlaamse sociale bescherming de maandelijkse huurkost.

De verstrekker van uw hulpmiddel mag u wel een waarborg aanrekenen. Die bedraagt maximaal 1 maand huur. U moet deze waarborg niet betalen als u het statuut heeft van verhoogde tegemoetkoming of als u in een behartenswaardige situatie verkeert. U krijgt het bedrag van de waarborg terug als de huur stopt, ten minste als u uw mobiliteitshulpmiddel normaal gebruikt en onderhouden hebt.

Beschadigt u uw gehuurde mobiliteitshulpmiddel, dan kan de verstrekker u daarvoor een schadevergoeding vragen. Die bedraagt maximaal de aankoopwaarde van het hulpmiddel, en wordt verminderd afhankelijk van hoe oud het hulpmiddel al is. Betwist u de schade? Contacteer dan uw zorgkas.

Huurt u een mobiliteitshulpmiddel van een verstrekker die meer dan 30 km van u af woont? Dan mag die verstrekker transportkosten aanrekenen van 0,346 euro per kilometer als hij voor uw hulpmiddel tot bij u moet komen. Die transportkosten moeten wel uitdrukkelijk vermeld staan in het aanvraagdocument dat u samen met de verstrekker invult bij het aanvragen van uw hulpmiddel.