Kwaliteit

Inspectie in groeps- en gezinsopvang

Welke soorten kinderopvang zijn er?

Er zijn verschillende soorten kinderopvang. Een organisator is de eindverantwoordelijke van een kinderopvanglocatie.
 
Een gezinsopvang is een kleinschalige opvang. Meestal vangt 1 kinderbegeleider (ook ‘onthaalouder’) er maximaal 8 kinderen tegelijk op. De opvang vindt vaak plaats in de gezinswoning van de onthaalouder of op een andere locatie zoals een schoolgebouw. 

Als een onthaalouder zich aansluit bij een grotere organisator spreken we van een aangesloten onthaalouder. De organisator biedt opvolging en ondersteuning aan en draagt de eindverantwoordelijkheid over de kinderopvanglocatie.

Een groepsopvang is een grotere kinderopvanglocatie. Mogelijke synoniemen voor groepsopvang zijn ‘kinderdagverblijf’ of ‘crèche’. Meerdere kinderbegeleiders vangen er minimaal 9 kinderen tegelijk op. De opvang vindt meestal plaats in een aparte locatie of in een apart deel van een groter gebouw. 

Als minstens 2 onthaalouders samen een kinderopvang uitbaten, spreken we van samenwerkende onthaalouders. Samenwerkende onthaalouders kunnen zelfstandig een groepsopvang vormen of aangesloten zijn bij een grotere organisator. 

Initiatieven voor buitenschoolse opvang kunnen na de schooluren en tijdens vakanties kleuters en schoolgaande kinderen opvangen. Lees meer over hoe Zorginspectie die voorzieningen inspecteert in de rubriek kwaliteitslabel kleuteropvang

Wat inspecteert Zorginspectie?

Zorginspectie gaat na of de kwaliteit van de zorg in de groeps- en gezinsopvang overeenkomt met wat de wetgeving en geformaliseerde afspraken voorschrijven. Zorginspectie volgt onder meer vergunnings- en subsidievoorwaarden op. Lees er meer over op de website van Kind en Gezin.

Opvolging van de pedagogische kwaliteit via MeMoQ

Zorginspectie meet (Me) en monitort (Mo) de pedagogische kwaliteit (Q) in de kinderopvang. Dat doen we onder andere met het wetenschappelijke instrument MeMoQ. Iedere inspecteur die een MeMoQ afneemt, is daarvoor opgeleid en gecertificeerd.

De inspecteur observeert verschillende dimensies van pedagogische kwaliteit via het monitoringsinstrument: welbevinden, betrokkenheid, emotionele ondersteuning, educatieve ondersteuning en omgeving.

Hoe inspecteert Zorginspectie?

Meer algemene informatie over inspecteren vindt u op de pagina van Zorginspectie.

Zorginspectie voert 3 soorten inspecties uit in de kinderopvangsector: 

Op eigen initiatief

Zorginspectie houdt toezicht op hoe voorzieningen kwaliteitseisen, opgelegd door de Vlaamse overheid, naleven. Zo inspecteert Zorginspectie op de volgende thema’s:

  • veiligheid en gezondheid
  • accommodatie en inrichting
  • aantal kinderen per kinderbegeleider
  • pedagogische beleid en werking
  • ouderparticipatie
  • klachten, meldingen en kwaliteitszorg

Om te inspecteren of en hoe voorzieningen de kwaliteitseisen naleven, baseert Zorginspectie zich op een referentiekader dat alle artikels uit het Vergunningsbesluit omvat. Lees het referentiekader op de website van Kind en Gezin.

De inspecties vinden gewoonlijk onaangekondigd plaats en dat kan op elk moment van de dag. Tijdens het inspectiebezoek probeert de inspecteur de gewone werking van de opvang zo weinig mogelijk te verstoren.

Op vraag van Opgroeien

Het agentschap Opgroeien informeert, vergunt, subsidieert en handhaaft voorzieningen. Opgroeien kan een inspectie door Zorginspectie aanvragen. Mogelijke aanleidingen daarvoor zijn onder andere:

  • een nieuwe vergunning
  • een klacht, een melding of ernstige feiten
  • de opvolging van gemaakte afspraken en opgelegde maatregelen door Opgroeien (zogenoemde handhavingsmaatregelen)

Infrastructuurinspecties op vraag van de voorziening

Deze inspecties zijn specifiek voor de groepsopvang. Als de infrastructuur voor de groepsopvang bijna gebruiksklaar is, vraagt de voorziening een infrastructuurinspectie aan bij Zorginspectie. De inspecteur gaat onder meer na of de locatie geschikt is voor kinderopvang en geeft aan hoeveel kinderen er maximaal opgevangen kunnen worden.

Een infrastructuurinspectie leidt tot een advies infrastructuur door Zorginspectie. Dat advies is noodzakelijk bij een vergunningsaanvraag of een gewenste uitbreiding van het aantal kinderopvangplaatsen in een bestaande voorziening. 

Voor adviezen over infrastructuurplannen (nieuwbouw en/of verbouwingen) verwijst Zorginspectie door naar het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden (VIPA). Lees meer over veilige en kwaliteitsvolle infrastructuur bij Kind en Gezin.

Wat leest u in het verslag?

Doel van het inspectieverslag

Het inspectieverslag bevat de vaststellingen van de inspecteur. Het verslag heeft volgende doelen:

  • Vaststellingen schriftelijk weergeven
    Het verslag beschrijft de vaststellingen van de inspecteur. Bijvoorbeeld: voldoet de voorziening aan de geïnspecteerde regelgeving? 
  • De voorziening informeren 
    Het inspectieverslag informeert de voorziening schriftelijk over de vaststellingen van Zorginspectie.
  • Rapporteren aan de inhoudelijk bevoegde entiteit: Opgroeien
  • Burgers informeren
    De definitieve inspectieverslagen worden gepubliceerd via de CoBRHA Viewer. Niet alle verslagen staan online. Iedere burger kan een definitief inspectieverslag opvragen via het invulformulier op de website van Zorginspectie of door een schriftelijke vraag te richten aan Zorginspectie, Koning Albert II-laan 15, bus 497, 1210 Brussel.
  • Knelpunten signaleren
    Inspecties leggen tekortkomingen, leemten en/of gebreken in de regelgeving bloot. Door die te signaleren kan de inhoudelijk bevoegde entiteit Opgroeien verbeteracties ondernemen.  

Vaststellingen van de inspecteur

Het inspectieverslag bevat de vaststellingen van de inspecteur. Alleen de aspecten van de kinderopvang die tijdens het bezoek aan bod kwamen, neemt de inspecteur op in het verslag. Elk geïnspecteerd onderdeel geeft de regelgeving weer, de vaststellingen en de afweging van de inspecteur. Die afweging is uitgedrukt in inbreuken, aandachtspunten en beschrijvingen.

  • Inbreuk
    De inspecteur stelt vast dat de werking niet overeenstemt met de regelgeving. Het is noodzakelijk dat de kinderbegeleider(s) en/of organisator die inbreuken wegwerken om te voldoen aan de regelgeving.
  • Aandachtspunt
    De inspecteur stelt vast dat de werking van de voorziening afwijkt van een aanbeveling van Opgroeien, van Zorginspectie of van een goede praktijk, zoals voorgesteld in het referentiekader. De kinderbegeleider(s) en/of de voorziening zijn niet verplicht een aandachtspunt weg te werken, maar dat wordt warm aanbevolen.
  • Beschrijving (zonder afweging)
    De inspecteur beschrijft de vaststellingen, zonder te oordelen of dat onderdeel voldoet aan de regelgeving. 

Wanneer de inspecteur het monitoringsinstrument MeMoQ afneemt, dan omvat het verslag de scores van alle dimensies en informatie voor een correcte interpretatie ervan. Elke dimensie krijgt een score tussen 1 (onvoldoende) en 4 (uitstekend).

Wat na de inspectie?

Na het inspectiebezoek ontvangen de voorziening en de organisator het ontwerpverslag met de vaststellingen. 

  • Reactiemogelijkheid
    De voorziening krijgt 14 kalenderdagen de tijd om schriftelijk te reageren. Het inspectieverslag wordt pas definitief nadat de geïnspecteerde de kans heeft gehad om te reageren op eventuele onjuistheden in het verslag. Denk aan feitelijke vergissingen, onduidelijk omschreven vaststellingen of foutieve contactgegevens.  
  • Beslissing door de inspecteur
    De inspecteur beoordeelt de reactie en beslist na intern overleg om het ontwerpverslag al dan niet aan te passen. Dient de organisator geen reactie in of leidt de reactie niet tot wijzigingen, dan wordt het ontwerpverslag automatisch het definitieve verslag.
  • De bevoegde entiteit informeren
    Na elke inspectie deelt Zorginspectie haar vaststellingen en eventuele reacties met Opgroeien. Opgroeien volgt de vaststellingen uit het inspectieverslag op en beslist of er gevolgen zijn voor de verdere erkenning, vergunning of toekenning van subsidies. Het feit dat inspectie en handhaving gescheiden zijn, noemen we functiescheiding.

Het inspectierapport is de beknopte versie van het inspectieverslag. Dat rapport omvat alle relevante informatie, maar zonder privacygevoelige beschrijvingen. Lees meer over het inspectierapport.

Bij een volgend inspectiebezoek volgt Zorginspectie op of de kinderopvang de inbreuken voldoende heeft aangepakt. Als dat niet het geval is, adviseert Zorginspectie aan Opgroeien om maatregelen te nemen. Dat advies is opgenomen in het inspectieverslag. Handhaving bestaat uit meerdere stappen. Lees meer over de verschillende stappen binnen handhaving op de website van Opgroeien.

Transparant communiceren

Een inspectiebezoek is een momentopname met het inspectieverslag en het inspectierapport als resultaat. Zorginspectie moedigt voorzieningen aan om transparant met gezinnen te communiceren over haar vaststellingen. 
Kinderopvanginitiatieven kunnen rapporten zelf publiceren op hun website en aangeven hoe men aan de slag gaat met de vaststellingen in het verslag.

Vragen over inspecties in de kinderopvang? Neem contact op via contact.zorginspectie@vlaanderen.be 

Beleidsrapporten

  • Ondersteuning van het beleid   
    Zorginspectie rapporteert niet alleen over individuele voorzieningen, maar neemt ook de taak op zich om, op basis van de inspectievaststellingen, een beeld te schetsen van een sector of een bepaalde problematiek.   
  • Informatie voor de burger 
    Zorginspectie wil de burger informeren over haar vaststellingen bij inspecties in Vlaamse zorgvoorzieningen. Op die manier levert Zorginspectie een bijdrage aan transparantie over de kwaliteit van de zorg in die voorzieningen. 
Sector(en)
Kinderopvang