Subsidies gezinszorg

Diensten voor gezinszorg bieden gezinszorg, geboden door verzorgend personeel aan en ontvangen daarvoor subsidies.

Urencontingent

De financiering voor gezinszorg geboden door verzorgend personeel is gekoppeld aan een urencontingent. Jaarlijks wordt aan de erkende diensten voor gezinszorg een urencontingent gezinszorg toegewezen via een ministerieel besluit. Dat urencontingent gezinszorg bedraagt minstens 15.390 uren op niveau van de dienst en 1539 uren op niveau van een regionale stad. De regionale steden worden bepaald bij het Zorgregiodecreet. De financiering van een dienst voor gezinszorg is gekoppeld aan dat urencontingent.

Prestaties

Dat urencontingent gezinszorg kan gebruikt worden om prestaties te leveren bij een persoon met een zorg- en ondersteuningsnood.
 
Met het oog op een continue zorg en ondersteuning kan het urencontingent gezinszorg gebruikt worden voor onregelmatige prestaties. Onregelmatige prestaties zijn de uren die binnen het toegekende urencontingent gepresteerd worden, hetzij op weekdagen tussen 20 uur en 7 uur, hetzij op zaterdagen, zon- en feestdagen.

Gelijkgestelde uren

Maximaal 9% van dat urencontingent gezinszorg mag ingezet worden voor gelijkgestelde uren:

  1. de uren die besteed zijn aan de deelname aan de ondernemingsraad;
  2. de uren die besteed zijn aan de deelname aan het comité voor preventie en bescherming op het werk;
  3. de uren die besteed zijn aan syndicale verplichtingen;
  4. de uren die besteed zijn aan werkvergaderingen, al dan niet met andere hulpverleners in de thuiszorg;
  5. de uren die besteed zijn aan wijkwerking;
  6. de uren die vrijgesteld zijn van prestaties wegens de maatregel arbeidsduurvermindering vanaf 45 jaar;
  7. de wachturen van de verzorgende personeelsleden die kraamzorg verstrekken.

Het totale aantal gelijkgestelde uren wordt begrensd tot 9% van het toegekende urencontingent. Als u de grens van 9% overschrijdt ten gevolge van de uren die vrijgesteld zijn van prestaties wegens de maatregel arbeidsduurvermindering vanaf 45 jaar, kan die grens worden verhoogd, binnen het toegekende urencontingent. 

Die verhoging is alleen mogelijk op voorwaarde dat bewezen wordt dat voor het aantal uren dat de grens van 9% gelijkgestelde uren overschrijdt, een gelijk aantal uren gezinszorg door vervangend personeel gepresteerd wordt. Een dienst financiert zelf dat vervangende personeel hetzij met het bedrag dat hij ontvangt voor werkdrukvermindering, hetzij met andere middelen dan de middelen die via bijlage 2 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019 zijn verkregen.

Bijscholing

2,5% van het urencontingent gezinszorg kan u gebruiken voor bijscholing. Dat urencontingent bijscholing komt boven op het toegekende urencontingent gezinszorg.

Subsidies

Erkende diensten voor gezinszorg kunnen subsidies ontvangen voor:

  • de gepresteerde uren (inclusief de gelijkgestelde uren) en de uren bijscholing van het verzorgend personeel
  • het begeleidend personeel
  • bij grote diensten ook het leidinggevend personeel
  • een toelage voor administratie- en coördinatiekosten

Hieronder vindt u overzicht van de subsidiebedragen:

Werkjaar 2024

 Volledig jaar (euro)
Prestaties en bijscholing verzorgend personeel32,7182
Begeleidend personeel53.876
Leidinggevend personeel26.116
Administratie- en coördinatiekosten33.760

Werkjaar 2023

 Januari tot en met november (euro)december (euro)
Prestaties en bijscholing verzorgend personeel32,076632,7182
Begeleidend personeel                                  52.907
Leidinggevend personeel                                  25.647
Administratie- en coördinatiekosten                                  33.153

Toeslagen

De diensten voor gezinszorg kunnen voor gezinszorg geboden door verzorgend personeel ook verschillende toeslagen ontvangen:

  • een toeslag voor  flexibiliteit tussen 18 uur en 20 uur;
  • een toeslag voor werkdrukvermindering (alleen voor private diensten);
  • een toeslag voor werkdrukvermindering, koopkracht en innovatie en digitalisering (alleen voor openbare diensten);
  • een toeslag voor vervoer voor gezinszorg of voor schoonmaak-, karwei- of  professionele oppashulp;
  • een toeslag voor milieubewuste verplaatsingen;
  • een toeslag voor managementsondersteuning, koopkracht, uurroosterverstoring, innovatie en digitalisering, en de baremaverhoging voor het verzorgend personeel en de omkadering (alleen voor private diensten);
  • een toeslag voor eindejaarspremie (alleen voor private diensten);
  • een toeslag in het kader van de interne staatshervorming (alleen voor private diensten).

Subsidie meerlingenhulp

Meerlingenhulp bestaat uit de zorg en ondersteuning door de diensten voor gezinszorg aan gezinnen met een meerling tot het derde levensjaar. De diensten voor gezinszorg kunnen een toeslag voor meerlingenhulp krijgen als compensatie van het verlies aan gebruikersbijdragen.

Subsidie dienst ondersteuningsplan (DOP)

De diensten voor gezinszorg kunnen gezinszorg bieden aan personen met een handicap die beschikken over een ondersteuningsplan van een DOP en daarvoor extra subsidies ontvangen.

Subsidie zijinstroom

Diensten voor gezinszorg kunnen gesubsidieerd worden voor personeel dat is aangeworven via het systeem van zijinstroom (structureel instroomkanaal).

Uitbetaling subsidies

1. Voorschotten

De diensten voor gezinszorg ontvangen elk kwartaal een voorschot op:

  • de subsidies voor gepresteerde en gelijkgestelde uren;
  • de subsidies voor bijscholing;
  • de subsidies voor omkadering.

Het Departement Zorg betaalt alle voorschotten uit voor het einde van de tweede maand van het kwartaal waarop ze betrekking hebben.
 

Berekening van het voorschot op de subsidies voor gepresteerde en gelijkgestelde uren

De diensten ontvangen elk kwartaal een voorschot op hun subsidies voor de gepresteerde en gelijkgestelde uren van het verzorgend personeel. Die voorschotten worden berekend op basis van de gesubsidieerde uren (gepresteerde en gelijkgestelde uren) in het voorafgaande jaar.
 

Ook een nieuwe dienst ontvangt voorschotten voor zijn gepresteerde en gelijkgestelde uren tijdens het eerste jaar dat hij erkend is. De voorschotten worden hier berekend op basis van maximaal 75% van het urencontingent (het maximale aantal uren gezinszorg dat in aanmerking komt voor subsidiëring) dat toegekend is aan de dienst voor het betrokken jaar.
 

Berekening van het voorschot op de subsidies voor bijscholing

De diensten ontvangen elk kwartaal een voorschot op hun subsidies voor de bijscholing van het verzorgend personeel. Die voorschotten worden berekend op basis van de gesubsidieerde uren (bijscholing) in het voorafgaande jaar.

Een nieuwe dienst ontvangt geen voorschotten voor bijscholing tijdens het eerste jaar dat hij erkend is.
 

Berekening van het voorschot op de subsidies voor omkadering

De diensten ontvangen elk kwartaal een voorschot op hun subsidies voor de omkadering (begeleidend en leidinggevend personeel en administratie- en coördinatiekosten). Die voorschotten worden berekend op basis van de subsidies die 2 jaar geleden toegekend werden voor het begeleidend en leidinggevend personeel en de administratie- en coördinatiekosten.

Een nieuwe dienst ontvangt geen voorschotten voor omkadering tijdens het eerste jaar dat hij erkend is. Tijdens het tweede en derde dat hij erkend is, worden de voorschotten berekend op basis van 50% van het subsidiebedrag voor 1 VTE begeleidend personeel.

2. Saldo's

Saldo eerste semester verzorgend personeel

Na afloop van het eerste semester berekent het Departement Zorg het subsidiebedrag voor het eerste semester voor het verzorgend personeel waarop de diensten recht hebben. De diensten moeten daarvoor eerst alle gegevens over de periode van januari tot en met juni doorgestuurd hebben naar Vesta.

De berekening van het subsidiebedrag gebeurt op basis van de uren die het verzorgend personeel presteerde in de periode van januari tot en met juni. Het Departement Zorg berekent zowel het subsidiebedrag voor de gepresteerde en de gelijkgestelde uren als dat voor de uren bijscholing.

Van die bedragen trekken we de al eerder uitbetaalde voorschotten af. Dat zijn dus de voorschotten van het eerste en tweede kwartaal (zowel gepresteerde en gelijkgestelde uren als uren bijscholing). De helft van de toeslag in het kader van de interne staatshervorming wordt bij de private diensten voor gezinszorg in mindering gebracht van het saldo.

Het resultaat van die berekening is het saldo van het subsidiebedrag waarop de diensten recht hebben voor de uren die het verzorgend personeel presteerde in de periode van januari tot en met juni. Dat saldo wordt uitbetaald aan de diensten. Is dat saldo negatief, dan wordt dat verrekend in de volledige subsidieberekening.

Saldo na het afloop van het werkjaar

Na afloop van het werkjaar berekent het Departement Zorg de subsidies waarop de diensten recht hebben voor het volledige werkjaar. De diensten moeten daarvoor eerst alle gegevens van dat werkjaar doorgestuurd hebben naar Vesta.

De berekening van alle subsidies gebeurt op basis van de doorgestuurde gegevens in Vesta over:

  • De uren die het verzorgend personeel presteerde tijdens het betrokken werkjaar.
  • De gegevens over de tewerkstelling van het begeleidend en leidinggevend personeel tijdens het betrokken werkjaar.
  • Het aantal geholpen gebruikers gezinszorg tijdens het jaar voorafgaand aan het betrokken werkjaar.
  • De gesubsidieerde uren van het verzorgend personeel en de uren van het verzorgend personeel met een Sociale Maribel-statuut tijdens het jaar voorafgaand aan het betrokken werkjaar.

Het Departement Zorg berekent de subsidiebedragen voor:

  • de gepresteerde en de gelijkgestelde uren van het verzorgend personeel
  • de bijscholing van het verzorgend personeel
  • het begeleidend personeel
  • het leidinggevend personeel
  • de administratie- en coördinatiekosten

Van die bedragen trekken we alle eerder uitbetaalde voorschotten en het al uitbetaalde saldo voor het eerste semester voor het verzorgend personeel af. De toeslag in het kader van de interne staatshervorming wordt in mindering gebracht van het saldo. Een eventueel verschil tussen de eerder uitbetaalde toeslagen en de definitieve bedragen van de toeslagen wordt ook verrekend.

Het resultaat van die berekeningen is het saldo van de volledige subsidieberekening voor het betrokken werkjaar. Dat saldo wordt uitbetaald aan de diensten. Is dat saldo negatief, dan wordt dat teruggevorderd.

3. Gegevens nodig voor de berekening

De diensten voor gezinszorg moeten de gegevens die nodig zijn voor de berekening van hun subsidies voor gezinszorg geboden door verzorgend personeel elektronisch doorsturen naar het Departement Zorg. Daarbij moeten ze gebruik maken van Vesta. In de webtoepassing van Vesta kunnen ze de gegevens die ze doorgestuurd hebben ook consulteren.

De volgende gegevens moeten elektronisch doorgestuurd worden:

  • gegevens over de tewerkstelling van het verzorgend, begeleidend en leidinggevend personeel dat ingezet wordt voor gezinszorg;
  • gegevens over de prestaties van het verzorgend personeel;
  • gegevens over de gebruikers aan wie gezinszorg verleend wordt.

In het draaiboek van Vesta vindt u alle informatie over de gegevens die doorgestuurd moeten worden voor gezinszorg.
De diensten voor gezinszorg zijn zelf verantwoordelijk voor het veiligheidsbeleid bij het doorsturen van die gegevens.

4. Uitbetaling toeslagen en andere bijkomende subsidies

Het Departement Zorg betaalt de toeslagen voor werkdrukvermindering, vervoer, milieubewuste verplaatsingen, koopkracht, innovatie en digitalisering, managementsondersteuning , baremaverhoging voor verzorgend personeel en de omkadering, uurroosterverstoring en eindejaarspremie uit samen met het voorschot van het derde kwartaal. 

De subsidies voor DOP worden uitbetaald voor het einde van het eerste kwartaal van het jaar dat volgt op het jaar waarop de subsidie betrekking heeft.

De toeslag voor flexibiliteit op weekdagen tussen 18uur en 20uur en de subsidies voor meerlingenhulp en zijinstroom worden uitbetaald met het tweede saldo na afloop van het werkjaar.

Sinds 2014 ontvangen een aantal private diensten voor gezinszorg samen met het derde voorschot een toeslag in het kader van de interne staatshervorming. Op die manier ontvangen ze in het subsidiejaar zelf de middelen die overgeheveld werden van de provincies. Aangezien die middelen gebruikt worden om de RSZ-vermindering (maatregel ‘Structurele Vermindering’) te vervangen, wordt die toeslag vervolgens in mindering gebracht bij de berekening van het saldo voor gezinszorg.

Meer informatie over de verdeling en de aanvraag van de toeslagen vindt u op deze pagina.

Subsidiebedragen voorgaande jaren

In dit overzicht staan de subsidiebedragen voor gezinszorg van de voorgaande jaren.

Sector(en)
Thuiszorg