Gezonde omgeving & levensstijl

Milieueffectrapportage

Milieueffectrapportage – kortweg m.e.r. - is een geheel van procedurestappen die ertoe leiden dat betrouwbare en relevante milieu-informatie ter beschikking is van overheden en een ruim publiek op het ogenblik dat tussenliggende of definitieve beleidsbeslissingen worden genomen.


Een milieueffectrapport (MER) wordt opgemaakt vóór de projecten of plannen worden uitgevoerd. Zo kunnen schadelijke effecten voor het milieu in een vroeg stadium worden ingeschat en opgevangen.


De milieueffectrapportage kan leiden tot milieueffectrapporten voor plannen, beleidsvoornemens, programma’s of projecten (plan-MER of project-MER). Daarin schatten deskundigen op een wetenschappelijk verantwoorde manier de ernst van de milieueffecten in die het plan, programma of project kan veroorzaken. Bij de ernstige effecten stellen de deskundigen milderende maatregelen voor. 

Adviesverlenende bevoegdheid

Departement Zorg heeft  voor bepaalde MER’s een adviesverlenende bevoegdheid.


We kijken dan na of de gezondheidsgevolgen van een bepaalde activiteiten of ingreep voldoende onderzocht werd, en sturen bij waar nodig. We geven specifieke opmerkingen maar geven ook onze visie mee en verwijzen naar nuttige hulpmiddelen en materialen die in het verdere proces gebruikt kunnen worden.


Let wel, bij milieueffectrapportage kunnen opmerkingen gegeven worden op de manier of op de diepgang waarop dat onderzoek gebeurd is, niet op het plan of het project zelf, dat laatste gebeurt binnen de adviesverlening bij vergunningsaanvragen.
 

Brede en integrale gezondheidsblik is kijken naar zowel gezondheidsbescherming als gezondheidsbevordering op zowel fysiek als sociaal als mentaal vlak.

Wat activiteiten of ingrepen in de publieke ruimte betreft kijkt Departement Zorg Afdeling Preventief Gezondheidsbeleid verder dan de milieugevolgen, we kijken nl.  breed en integraal naar gezondheid; meer bepaald naar zowel gezondheidsbescherming als gezondheidsbevordering en dit op zowel fysiek als sociaal als mentaal vlak. 

We kijken niet enkel naar invloeden van polluenten rechtstreeks, zoals NO2, PM2,5 , BC (lucht) en geluid (zoals voorgeschreven in het richtlijnenboek mens-gezondheid) maar ook naar de invloed van bijvoorbeeld het klimaat, zoals de invloed van hitte en watertekorten/overstromingen op gezondheid of de invloed van ruimte en groen of net het tekort aan ruimte en groen op de gezondheid. In een gezonde publieke ruimte is er oog voor plaatsen waar we stilte, rust en verkoeling kunnen opzoeken, maar ook voor plaatsen waar er ruimte is voor ontmoeting, vrije tijd en sport.


Ook kijken we naar de invloed van bewegen op gezondheid, vandaar ook de nadruk op het stimuleren van actieve verplaatsingen en het volgen van het STOP-principe, naast de positieve invloed van stappen en trappen op luchtvervuiling en geluidshinder doen voetgangers, fietsers en openbaarvervoergebruikers méér aan lichaamsbeweging dan automobilisten die eerder een sedentaire levensstijl hebben. De nodige infrastructuur hiervoor neemt tevens minder ruimte in dan die voor personenwagens, ruimte die dan voor andere doeleinden kan worden ingezet. Meer actieve beweging zal ook vanzelfsprekender zijn als er oog is voor kernversterking, nabijheid en voldoende functiemix zodat de autoafhankelijkheid kan dalen. Bovendien komen de maatregelen die nodig zijn om tot een gezonde publieke ruimte te komen, naast gezondheid veelal ook milieu en klimaat ten goede. Binnen de functiemix is idealiter ook aandacht voor gezonde voeding en rookvrije buitenruimte voor kinderen.